Development in Infancy: A Contemporary Introduction (5de druk)
Wanneer moeders met hun kind van veertien maanden spelen dat de tafel wordt gedekt, de beer te drinken krijgt, enzovoort, zal het kind daarbij vaak moeder imiteren. Wanneer wordt gecodeerd hoe goed en hoe graag het kind moeder nadoet, blijkt deze score te voorspellen in hoeverre bij hetzelfde kind twee jaar later sprake is van gewetensontwikkeling en schuldgevoel.
Iets anders. Zuigelingen moeten in de klankbrij die op hen af komt afzonderlijke woorden leren onderscheiden om taal te kunnen verwerven. Baby’tjes blijken al te herkennen welke klanken alleen aan het eind of begin van een woord voorkomen. Zo kunnen in het Engels de ‘n’en de ‘k’ alleen voorkomen als ‘nk’ aan het eind van een woord (‘sink’). De ‘k’ kan in het Engels als klank niet voor de ‘n’ staan, maar wel in het Nederlands (‘knie’). Wanneer Amerikaanse en Nederlandse baby’s van circa negen maanden rijen woorden te horen krijgen uit beide talen, blijken ze een duidelijke voorkeur te hebben voor de woorden met klanken uit hun eigen taal. Klanken die hen helpen de grenzen tussen woorden te vinden.
Het zijn zo maar twee willekeurige interessante bevindingen uit de schat die ik aantrof in Development in infancy. Dit leerboek over de eerste twee jaar van de menselijke ontwikkeling is voorbeeldig. Het veronderstelt, zoals een boek voor studenten betaamt, geen specifieke voorkennis bij de lezer, maar de stof wordt zo goed uiteengezet, dat ten slotte een hoog niveau van kennis wordt bereikt.
Na een inleiding over concepten en de manier waarop bij nog niet sprekende kinderen onderzoek kan worden gedaan, worden achtereenvolgens de ontwikkeling van lichaam en motoriek, perceptie, cognitie, mentale representatie, taal, emoties en sociale relaties besproken. Om te laten zien hoe alles samenhangt, besluit het boek met een hoofdstuk over sociale cognitie waarin veel van het eerder besprokene wordt geïntegreerd.
Development in infancy is vanzelfsprekend heel geschikt om hen die zich met infant mental health (de sociale en emotionele gezondheid van het kind van 0-3 jaar oud in relatie tot zijn ouders) bezighouden op de hoogte te brengen van de state-of-the-art van het infantonderzoek. Ieder ander zal ontdekken dat kennis van deze prille psychische fenomenen verrijkend is voor een goed begrip van de mentale ontwikkeling later in het leven.
F. Boer