The 10 Best-Ever Anxiety Management Techniques. Understanding How Your Brain Makes You Anxious & What You can Do To Change It
Angststoornissen zijn zeer frequent en variëren in ernst van licht tot zeer invaliderend. Voor mensen met angstklachten vormt zelfhulp vaak een eerste, toegankelijke stap in de weg naar verandering. Wanneer de impact van de angststoornis op de levenskwaliteit groot is, kan dit veranderingsproces het beste gebeuren onder begeleiding van een psychotherapeut en soms is medicatie noodzakelijk. Dit boek beoogt een gebruiksvriendelijke handleiding te zijn voor patiënt en therapeut om angst te leren hanteren en verminderen. Het begint met een biologisch hoofdstuk over relevante hersengebieden en verstoorde neurotransmitters betrokken bij angststoornissen. Daarna volgen 10 zelfhulptechnieken om angstige gedachten, gevoelens en gedragspatronen te veranderen. Hierbij richt de auteur zich vooral op de gegeneraliseerde angststoornis, de paniekstoornis en de sociale angststoornis. Ook de rol van overdreven perfectionisme wordt onder de loep genomen. Het beginhoofdstuk heeft tot doel de beschreven technieken in een neurobiologisch kader te verankeren. Op dit vlak schiet het zijn doel echter volledig voorbij. Het is voor patiënten geschreven, maar de onderliggende wetenschappelijke onderbouwing wordt te sterk vereenvoudigd. Daardoor gaat het soms kort door de bocht en bevat het hier en daar ronduit fouten. Desondanks is het voor de angstige patiënt moeilijk te volgen, waardoor de kans op afhaken zeer reëel is. Bij de diverse technieken wordt er frequent naar deze neurowetenschappelijke uitleg verwezen. Het is alsof een biologische saus nodig is om de angstige lezer ervan te overtuigen dat de technieken nuttig zijn. De schrijfster raadt zelf aan dit boek als werkboek te gebruiken en de hoofdstukken niet noodzakelijk in volgorde af te werken. Een aantal aangereikte technieken is eerder aspecifiek en verwijst naar het nut van een gezonde levenshygiëne betreffende voeding, beweging en slaap. Ze zijn breed uitgesponnen, eerder betuttelend en niet steeds van toepassing voor angstreductie. Andere technieken zijn dan wel weer meer toegespitst op angstreductie: antipiekertechnieken, cognitieve controle over catastrofaal denken, relaxatie en mindfulness. Door zich de ene keer tot de hulpverlener te richten en de andere keer tot de patiënt zelf is de stijl van het boek soms verwarrend. Dit vergroot de kans dat het zijn doel voorbijschiet. Voor de hulpverlener is het te eenvoudig en te oppervlakkig. Voor de patiënt is het te overweldigend in de veelheid van aangereikte tips, en hij of zij ziet door de bomen het bos niet meer. Het is een boek dat veel belooft, maar weinig bijbrengt.
L. Gabriëls