Groepsbegeleiding en groepsbehandeling in degezondheidszorg. In de serie PM.
Effectief werken met groepen is volgens De Haas te vergelijken met het besturen van een zeilboot: er is stevig materiaal voor nodig (de deelnemers), naast een goede voorbereiding van de reis. Kaarten (taak en proces tegelijk in de gaten houden) zijn onmisbaar. Het komt eropaan de natuurkrachten te benutten (de groepsdynamiek) in functie van een doel. Weten waar je naartoe wil, is essentieel. Het basisgereedschap van de groepsleider bestaat uit drie onderdelen: gesprekstechniek, relatietechniek en organisatiekunde. Bij het scoren van de persoonlijke interactiestijl maakt de auteur gebruik van de Roos van Leary. Basisconcepten worden helder en beknopt gedefinieerd zoals taak, proces, werkgroep, groepscohesie, rol, norm versus regel, groepscultuur. Cohesie waarnemen betekent de Gestalt van de groep zien; er worden zes soorten groepscohesie beschreven. Interessant is het hoofdstuk over groepsontwikkeling met een beschrijving van fasen (parallel-, opnemings- en wederkerigheidsfase en beëindiging) en crises (autoriteits-, intimiteits- en afscheidscrisis) in navolging van Levine. Ook krijgt de lezer tips hoe stagnatie te voorkomen. Technieken die in groepen gebruikt worden, illustreert de auteur helder met praktijkvoorbeelden: ruimte geven met stilte, spiegelen, verbinden, verbreden, toepassen van het metagespreksprotocol en wisselen van waarnemingsperspectief.Disfunctioneren van groepen heeft o.a. te maken met een slechte voorbereiding, een organisatie die niet in overeenstemming is met de taak, incompatibele groepsleden, een incompetente leider of het te zeer doorschieten in comfort of conformisme. Soms treedt er negatieve rolontwikkeling op waarbij één groepslid in een rol gefixeerd wordt ten gevolge van een eigen aandeel dat groepsdynamiek aantrekt: het groepslid wordt dan tot pispaal, stoorzender, clown, cotherapeut of zondebok. Naar mijn mening is het hoofdstuk over diepteprocessen te oppervlakkig. De basisovertuigingsgroepen volgens Bion worden weliswaar genoemd, maar ik vond het concept 'projectieve identificatie' niet terug, terwijl dat nuttig is om groepsfenomenen te begrijpen. De troubleshootinggids over concrete problemen in groepen is goed gevonden. Wie in de gezondheidszorg met groepen werkt, kan met dit boek zijn of haar parate kennis opfrissen. De auteur met zijn jarenlange ervaring als teamleider en groepstrainer laat de lezer kennismaken met de fundamenten van groepsdynamica. Aan verschillende hoofdstukken is een paragraaf toegevoegd met praktijkoefeningen. Ik heb weinig kritische opmerkingen, behalve de herhalingen en het feit dat de literatuurlijst nogal beknopt is. Het boek is bestemd voor een ruime doelgroep, zoals psychiatrische verpleegkundigen, psychiaters in opleiding, beginnende therapeuten, groepsbegeleiders in de somatische geneeskunde en verantwoordelijken van zelfhulpgroepen.
M. Hebbrecht