Kort en goed genoeg. Praktijkboek kortdurendegroepspsychotherapie. In de serie Groepspraktijk
In Kort en goed genoeg schrijft Marja van Aken-van der Meer over kortdurende groepspsychotherapie en in het bijzonder over de kortdurende psychodynamische groepspsychotherapie. Zij wisselt theorie en wetenschappelijke kennis af met haar rijke klinische ervaringen en illustreert dit alles met casuïstiek. Zij wijst op de noodzaak en de mogelijkheden van kortdurende groepspsychotherapie en maakt duidelijk dat toepassen van deze therapievorm niet ten koste hoeft te gaan van de kwaliteit van de behandeling en het plezier van de groepstherapeut. De ontstaansgeschiedenis van kortdurende (psychodynamische) groepstherapie, het invoeren van de groepstherapie in de organisatie, het stellen van indicaties, het bepalen van het behandelfocus en de verschillende fasen in de kortdurende groepstherapie komen aan bod. Hierbij noemt zij valkuilen en geeft zij tips voor het invoeren en het uitvoeren van kortdurende groepstherapie. Naast kortdurende groepstherapie in ambulante setting beschrijft de auteur ook hoe kortdurende groepstherapie kan functioneren in een klinische setting. Hoewel de omslagtekst suggereert dat het boek alleen voor psychotherapeuten is geschreven, is het ook zeker goed te lezen voor gz-psychologen, klinisch psychologen en psychiaters met affiniteit voor groepstherapie. Het is geschikt voor de beginnende groepstherapeut die behoefte heeft aan een goed en bondig overzicht over kortdurende groepstherapie, maar ook als opfrisser voor de meer ervaren therapeut. Als er al kritische kanttekeningen bij dit boek te plaatsen zijn, dan betreffen die wellicht de onduidelijkheid wat betreft het juiste onderwerp. Gaat het nu over een, zoals de titel doet verwachten, kortdurende groepstherapie in het algemeen, over kortdurende psychodynamische groepstherapie of over kortdurende groepstherapie waarbij de psychodynamische variant als voorbeeld is uitgewerkt? Daarnaast zou een beschrijving over hoe men tot een motto kan komen een mooie aanvulling geweest zijn in een boek dat op veel terreinen zo compleet is. Dit had bijvoorbeeld gekund door het hoofdstuk over kortdurende groepspsychotherapie in een therapeutisch milieu in te korten door de vaktherapieën niet uitgebreid te beschrijven. Deze kanttekeningen nemen niet weg dat de lezer van Kort en goed genoeg zich geënthousiasmeerd en vol (nieuwe) kennis weet en kan concluderen dat kort ook meer dan goed genoeg kan zijn.
M.F. van Vreeswijk