Reconceiving Schizophrenia. In de reeks International Perspectives in Philosophy and Psychiatry (IPPP)
Het is zeer de moeite waard om na te denken over schizofrenie. Dat is de conclusie na het lezen van dit boek, waaraan toonaangevende filosofen, psychologen en psychiaters een bijdrage hebben geleverd. Het bevat prachtige betogen zoals het hoofdstuk van Giovanni Stanghellini Schizophrenia and the sixth sense, waarin de auteur een uitspraak aanhaalt van een patiënt: 'Life is an illusion because it is seen through the brain'. De auteur beschrijft bijzonder kernachtig de ervaring die deel uitmaakt van de aantrekkingskracht van schizofrenie: 'If I let his/her words actualize in me the experiences he/she reports, instead of merely taking them as symptoms of an illness, the rock of certainties on which my life is basedmay be shaken in its most fundamental features.' Vervolgens maakt de auteur aannemelijk dat de ziekte schizofrenie twee wortels heeft. De eerste is een stoornis in het 'zelfbewustzijn' die leidt tot een 'verdingelijking' van waarneming, emoties en mentaal en lichamelijk functioneren. De tweede bestaat uit stoornissen in de integratie van waarnemingen, acties en intenties. Hierdoor ontstaan stoornissen in het sociale zelf en de intersubjectiviteit. Het verloren gaan van common sense leidt tot hypercognitiviteit waarin de patiënt bewust op zoek moet naar operante mechanismen in sociale interacties. Ook Wiggins en Schwartz komen in hun hoofdstuk over een fenomenologische-antropologische benadering tot een vergelijkbare analyse. Normaal wordt de op ons af komende complexiteit gereduceerd door automatische synthese. Wanneer dit verzwakt is, worden ruimte, tijd, causaliteit en 'objecthood' niet meer automatisch samengevoegd. De patiënt is dan te open naar de wereld en er is sprake van unbuilding of the world. Hallucinaties en wanen worden gezien als methoden om de complexiteit te reduceren. De antropologische benadering blijft onderbelicht in hun hoofdstuk. Het hoofdstuk van Kinderman en Bentall geeft een overtuigende dimensionele schets van het begrip 'achterdocht'. Toch worden parels afgewisseld met moeilijk te volgen stukken over indelingen in categorieën. Daarnaast zijn sommige auteurs vooral bezig met te beschrijven wie wat heeft bedacht en hoe zij daar net iets anders tegen aankijken. Dat is misschien spannend voor de 'incrowd', maar niet voor de geïnteresseerde psychiater. Over het geheel genomen vind ik dit toch een prachtig boek.
L. de Haan