Psychodermatology. The Psychological Impact of Skin Disorders
Psychodermatologie is het meest boeiende werkterrein in de psychosomatiek. De huid is ons grootste orgaan (zowat 1,8 m2 en 15% van het lichaamsgewicht), de associaties en connecties tussen dermis en psyche zijn intrigerend complex, én door hun zichtbaarheid en tactiele perceptie (jeuk, pijn, schilfers, enz.) hebben dermatosen een ingrijpende invloed op het zelfbeeld, de sociale relaties en de seksualiteit van de patiënt. De huid reageert zichtbaar en voelbaar op stress, en verraadt emoties via reacties als blozen en kippenvel. Twee gezondheidspsychologen die reeds een handig naslagwerkje over de psychologische omgang met kinderen die lijden aan dermatosen op hun naam hebben staan, geven nu samen met dermatologen, pediaters en psychiaters meer uitleg over de complexiteit van de psychosomatiek in de dermatologie. Bij huisartsen komt één op de acht patiënten in verband met huidklachten, maar ook psychiaters, pediaters, dermatologen en verpleegkundigen zien patiënten bij wie een huidziekte een negatieve invloed heeft op het psychosociaal functioneren. Een groot aantal chronische huidziekten exacerbeert onder psychische stress. Of psychische trauma's een directe oorzaak kunnen zijn van huidziekten blijft speculatief. Het staat vast dat dermatosen als eczeem en psoriasis hinderlijke verzorgingstechnieken met onwelriekende, plakkerige zalven of lastige puva-sessies (psoralenen, gecombineerd met ultraviolet-A) vergen, pijn en/of jeuk geven of schilferend zijn, en partners en omgeving kunnen irriteren. Chronische dermatologische aandoeningen als vitiligo, acne en alopecia (areata én totalis) veranderen het uiterlijk drastisch, met depressie, sociale fobie en lichaamsbeeldstoornis tot mogelijk gevolg. De psychiatrische comorbiditeit bij dermatologische patiënten is heel hoog (méér dan 30%). De stigmatisering bij dermatosen die misvormingen veroorzaken kan zo ernstig zijn dat zij tot suïcide leidt. Het multidisciplinaire team van dermatologen, gezondheidspsychologen, psychiaters en pediaters schrijft leesbaar en gebruikersvriendelijk en steunt op degelijk evidence-based onderzoek. De huidige kennis van de psychoneuro-endocrinologie - een belangrijke causale schakel in de genese van dermatosen - wordt helder verwerkt. Dit boek behandelt echter niet alleen de ellende van huidaandoeningen, maar reikt ook concrete psychotherapeutische technieken aan die zowel het geschonden zelfbeeld als het bedreigde relationele en seksuele functioneren van de huidzieke kunnen verhelpen. Wat hier stiefmoederlijk behandeld wordt, is het gebruik van psychofarmaca in de psychodermatologie. Desondanks hebben antidepressiva, anxiolytica en antipsychotica terecht een plaats in het psychodermatologisch armamentarium. Verder beperkt dit boek zich te eng tot niet-zelf-geprovoceerde dermatosen. Toch is automutilatie een uitgelezen terrein van de psychosomatiek. Zelfverwonding van de huid, het Münchhausen-syndroom met dermatologische uiting, zelfbeeldstoornissen (body dismorphic disorder), hypochondrie van de huid, en dermatozoënwaan stellen in de praktijk gezondheidswerkers/ behandelaars vaak voor problemen. Zoals Paul Valéry schreef: 'ce qu'il y a de plus profond en l'homme, c'est sa peau' (1932).
M.M.P. van Moffaert