CYP2D6- en CYP2C19-genotypering: effectiviteit in de psychiatrische praktijk
Achtergrond Bij patiënten met een vertraagd of versneld CYP2D6- en/of CYP2C19-metabolisme adviseren internationale richtlijnen dosisaanpassing van medicijnen die door deze enzymen gemetaboliseerd worden. Dit om de effectiviteit ervan te verbeteren en bijwerkingen te verminderen. Het is onduidelijk of bepalen van CYP2D6 en CYP2C19 in de praktijk zinvol is.
Doel Een actueel overzicht geven van de plaats van CYP2D6- en CYP2C19-bepaling in de psychiatrische praktijk met specifieke aandacht voor etnische verschillen.
Methode Meta-analyse naar de prevalentie van niet-normale metaboliseerders (traag, intermediair en ultrasnel) wereldwijd. Daarnaast onderzochten we bij 269 psychiatrische patiënten op Curaçao en 166 Antillianen uit de algemene bevolking in Nederland de prevalentie van de CYP2D6- en CYP2C19-genotypen. We onderzochten de effectiviteit van genotypering door bij de patiënten met een niet-normaal CYP2D6-fenotype en gebruik van medicatie gemetaboliseerd door CYP2D6 (n = 45) de dosering van de antipsychotica aan te passen volgens de richtlijn. Ze werden ge-matcht met een controlegroep van 41 patiënten met een normaal metabolisme. Alle 45 patiënten gebruikten ≥ 2 jaar antipsychotica. De patiënten werden 4 maanden na dosisverandering opnieuw onderzocht.
Resultaten Uit de meta-analyse bleek dat de prevalentie van een niet-normaal metabolisme wereldwijd 36% voor CYP2D6 en 62% voor CYP2C19 is. Er werd een grote variatie gevonden tussen verschillende bevolkingsgroepen van 2,7-61,2% voor CYP2D6 en 31,7-80,1% voor CYP2C19. De verdeling van de fenotypen bij de psychiatrische patiënten op Curaçao bleek vergelijkbaar met die van de algemene bevolking en met de verdeling van fenotypen onder Europeanen. Er werd geen effect gevonden van dosisaanpassing bij een niet-normaal CYP2D6-fenotype.
Conclusie Meer dan 75% van de wereldbevolking heeft een niet-normaal CYP2D6- en/of CYP2C19-fenotype. Dosisaanpassing aan het CYP2D6-fenotype, zoals voorgeschreven in de richtlijn van de KNMP, is geen effectieve interventie voor patiënten die reeds langdurig ingesteld zijn op antipsychotica. Verder onderzoek is nodig om de plaats te bepalen van CYP-genotypering in de psychiatrie.