Voortijdige beëindiging van de opleiding tot psychiater in Nederland
Achtergrond Ongeveer tien procent van de artsen in opleiding tot psychiater (aiossen) besluit de opleiding vroegtijdig te verlaten, een deel op initiatief van de opleider. Aiossen die zich verzetten tegen dit opleidersinitiatief kunnen de geschillencommissie verzoeken een uitspraak te doen.
Doel Onderzoeken aan de hand van uitspraken van de geschillencommissie op basis waarvan de opleider in deze geschillen besloot dat een aios ongeschikt is voor het vak en hoe vaak dit besluit in stand blijft. Onderzoeken welke minimale begeleiding, volgens de geschillencommissie, noodzakelijk is voor een aios over wiens geschiktheid twijfel bestaat.
Methode Gestructureerde analyse van de jaarverslagen en de uitspraken van 2005 tot 2020 van de Geschillencommissie van de Registratiecommissie Geneeskundige Specialisten (RGS).
Resultaten De geschillencommissie bekrachtigde het besluit van de opleider om de opleiding van de aios te beëindigen in 17 van de 26 geschillen. In de overige 9 geschillen mocht de aios de opleiding, meestal met extra begeleiding, vervolgen in een andere opleidingsinstelling. De opleider beoordeelde de competenties communicatie, professionaliteit, samenwerking en organisatie het vaakst als onvoldoende. Bij de aios die de opleiding mocht voortzetten, was sprake van een verdeelde opleidingsgroep, of onvoldoende begeleiding of vormverzuim van beoordelingsmomenten en dossieropbouw.
Conclusie Aiossen die een geschil hebben over het voortzetten van de opleiding zijn het frequentst als onvoldoende beoordeeld op communicatie. Tekortkomingen in de communicatie beïnvloeden waarschijnlijk ook andere competenties, zoals samenwerking, professionaliteit, organisatie en medisch handelen. Tijdens de opleiding is voldoende observatie, onder meer van de communicatie van aiossen, wenselijk.