Herkennen van ADHD bij volwassenen. Diagnostiek en behandeling in de klinische praktijk
In de huidige tijdgeest zijn er nogal uiteenlopende opvattingen over hoe we aan moeten kijken tegen adhd. Is het een hype? Of is er juist sprake van onderdiagnostiek?
Dit boek komt dan ook op een zeer gunstig moment op de markt. De auteur, klinisch psycholoog Jan Willer, heeft haar boek opgedeeld in drie delen, namelijk van herkennen (aandacht hebben voor), via diagnostiek naar behandelopties.
In deel 1 trekt Willer al direct de aandacht door enkele mythen over adhd te beschrijven en deze met feiten te weerleggen. Ook weet zij goed de gevolgen voor het algehele functioneren van de persoon met adhd te omschrijven. Daarbij vindt de lezer in dit gedeelte ook nog twee gevalsbeschrijvingen waardoor je direct wordt meegenomen in het nadenken over de probleemstelling en tevens meer zou willen weten welke diagnostiek je nu verder in zou kunnen zetten. Een ander goed punt van dit eerste deel van het boek is dat er ook aandacht is voor de sterke kanten van mensen met adhd.
In deel 2 neemt Willer de lezer mee in de diagnostiek. Ze zet een raamwerk neer voor diagnostiek, zoals die zou kunnen plaatsvinden. Tevens brengt zij in dit gedeelte sterk naar voren dat diagnostiek meer is dan alleen ‘een dsm-5-criteriaboek’ er naast houden. Diagnostiek van adhd bij volwassenen behelst interviews die informatie naar voren brengen over het functioneren van de kindertijd tot nu, met zo veel mogelijk verschillende informatiebronnen, zodat zo goed mogelijk de ontwikkeling in kaart wordt gebracht. Ook dient er aandacht te zijn voor het adaptief functioneren. Verder beschrijft zij lichamelijke aandoeningen in relatie tot adhd, zodat ook de somatiek niet onderbelicht blijft.
Na het lezen van deel 3 zult u als behandelaar het gevoel krijgen dat u veel meer begrijpt van de symptomen van adhd en hoe u daar in de psychosociale en -therapeutische behandeling mee om kunt gaan. Tevens geeft ze aan de hand van twee gevalsbeschrijvingen aan waar men in de behandeling tegenaan kan lopen, en reikt ze handvatten aan, vanuit haar opgebouwde ervaring als therapeut, hoe men hiermee om kan gaan.
Kortom, de schrijfster is mede door haar jarenlange ervaring met deze doelgroep erin geslaagd om een boek te schrijven voor een breed publiek. Dit boek draagt, op basis van aangeleverde informatie uit recente wetenschappelijke onderzoeken, bij aan het vergroten van de herkenning en erkenning van deze complexe ontwikkelingsstoornis.
W. van der Spek, psychiater, Breda