Why can’t I stop? Reclaiming your life from a behavioral addiction
Daar een vorig boek van dit trio, Clinical guide to obsessive compulsive and related disorders (2014), voor professionals is, richt dit Engelstalige boek zich hoofdzakelijk op mensen die zelf kampen met een gedragsverslaving en op familie/vrienden. Het bevat hoofdstukken over gokken, stelen, seks, internet, eten, shoppen, haar uittrekken en huidplukken. Betekenis, oorzaken, diagnose, behandeling en de vraag hoe familie/vrienden kunnen steunen, worden op een bevattelijke wijze beschreven. Omdat pyromanie en nagelbijten minder frequent voorkomen en/of minder bestudeerd werden, zijn deze niet geïncludeerd.
Bij gedragsverslavingen zijn stress, schuld en schaamte gemeenschappelijk, maar anders dan bij alcohol- of drugsverslaving blijven deze langer onopgemerkt voor de omgeving. Toch kan de gedragsverslaving zo veel tijd in beslag gaan nemen dat naast geestelijke gezondheidsproblemen zoals depressie ook relationele, professionele en/of financiële problemen kunnen ontstaan. Dan lukt het verbergen minder goed.
Gemeenschappelijk bij compulsieve gedragingen is dat deze personen zichzelf haten omdat ze het doen én er ook van genieten terwijl ze het doen. Dit kan de omgeving vaak niet te begrijpen. Wie lijdt, heeft niet de controle om ‘gewoon te stoppen’. Het beloningssysteem met bekrachtigers in de hersenen kan overactief worden, terwijl de regio’s die gewoontes en impulsen moeten controleren niet optimaal functioneren.
Bij een gokverslaving zijn overeenkomsten met middelenverslaving op het gebied van hersenwerking, psychosociale assessment en behandeling het grootst. ‘Gokstoornissen’ vallen sinds dsm-5 onder ‘verslavingen’ en ‘gamen’ komt in aanmerking daarin opgenomen te worden. Omtrent compulsieve seks, eetverslaving, compulsief shoppen/kopen en internetverslaving is meer onderzoek nodig om deze al dan niet op te nemen.
Er is zowel binnen de gezondheidsvoorzieningen als in de media zeker te weinig aandacht voor gedragsverslavingen. Onderzoekers schatten dat 10 tot 15% van de bevolking afgelopen jaar met één of meerdere gedragsverslaving(en) kampte. In het boek vind je prevalentiecijfers per stoornis. Zowel bij mannen als bij vrouwen en binnen alle sociaaleconomische groepen of culturen is het aanwezig. Binnen elke stoornis afzonderlijk is er ook nog een substantiële variëteit. Het benoemen als ‘gedragsverslaving’ kan bij de één ongepast overkomen, terwijl het voor de ander juist een erkenning is voor de ernst van het probleem.
Alle gedragsverslavingen komen veel meer voor bij mensen die ook een middelenverslaving hebben, er zijn duidelijke cognitieve overeenkomsten. Vóórkomen in de familie en genetische kwetsbaarheid zijn sterk bepalend: hoewel meer onderzoek nodig is, zijn er aanwijzingen dat gemeenschappelijke biologische processen een rol spelen.
Dit boek is geen zelfhulpboekje. Wel is het geschikt voor wie overzichtelijke basisinformatie over compulsief gedrag zoekt en de beschreven casussen dragen ook bij tot het begrijpen van dit gedrag. Vooral voor familie/vrienden bevat het nuttige info, waarbij samenwerking met de patiënt en diens behandelaar wordt aanbevolen.
R. Willemen, ambulant hulpverlener, Hasselt