Geweldloos verzet in gezinnen. Een nieuwe benadering van gewelddadig en zelfdestructief gedrag van kinderen en adolescenten (2de herz. druk)
Geweldloos verzet is een methodiek die vooral in de kinder- en jeugdpsychiatrie steeds bekender wordt en niet alleen poliklinisch, maar ook klinisch wordt gebruikt in Nederland. De benadering van geweldloos verzet heeft twee basiscomponenten: het bieden van actieve weerstand tegen probleemgedrag en het vermijden van escalatie. Hierbij leren ouders om op een geweldloze manier weerstand te bieden zonder zich te laten meeslepen in een escalerend conflict. Ze leren duidelijk en strikt reageren zonder ‘aanvallend’ te worden.
Dit boek is de tweede herziene versie van het in 2004 verschenen Engelstalige origineel. Niet alleen geeft het een heldere uitleg over processen die geweld in stand houden, het biedt ook zeer concrete voorbeelden hoe men gewelddadig en ander grensoverschrijdend gedrag kan stoppen. Deze methode, die in de psychiatrie breed toepasbaar is, is niet zozeer ontwikkeld vanuit kennis over psychiatrische aandoeningen, maar werd vanuit een sociaal-politieke hoek toegepast door voorvechters van mensenrechten zoals Gandhi. Het boek maakt hierbij duidelijk dat het doorbreken van geweld en destructief gedrag meestal niet binnen een behandelkamer plaatsvindt, maar binnen een steungevende context.
Helaas bevat de inleiding van het boek een wat clichématige beschrijving van het tijdsbeeld, waarin de auteurs suggereren dat het specifiek van deze tijd is dat kinderen veel gedragsproblemen vertonen en opvoeders onzeker zijn. Als het lukt hier overheen te lezen is het boek een bron van zeer concrete voorbeelden en instructies voor ouders, hulpverleners en onderwijzers, die veel waarde hebben.
Het boek beschrijft negatieve processen die in gezinnen kunnen ontstaan, zoals het afstand nemen vanuit ouders, het toedekken van agressie met overmatig begrip en het meegaan in een geweldsspiraal. Deze kan men doorbreken door geweldloos verzet. Een belangrijk aspect is dat voor geweldloos verzet nodig is dat ouders en hulpverleners bereid zijn het taboe op geweld te doorbreken en de omgeving actief te betrekken.
Hierbij komen verschillende problemen aan de orde, zoals schoolverzuim, het dreigen met suïcide, weglopen, geweld en misbruik tussen broers en zussen en dwanghandelingen die het gezin gaan beheersen. De auteurs geven voorbeelden hoe geweldloos verzet hierbij kan helpen. Duidelijke en vasthoudende ouderlijke aanwezigheid, alleen iets doen voor het kind als je dit zelf echt wilt en het openlijk steun zoeken bij de omgeving spelen hierin een sleutelrol. Een goede toevoeging is het hoofdstuk over samenwerking met scholen met daarin een aantal inspirerende voorbeelden die laten zien hoe technieken met geweldloos verzet hebben geholpen de veiligheid op school weer te herstellen.
F. Kamphuis, psychiater, Amsterdam