Psychoanalytische theorievorming en de DSM-5. Ontwikkeling en psychopathologie
Wellicht is de recent verschenen Psychodynamic psychiatry in clinical practice. dsm-5 edition het referentiewerk bij uitstek op het vlak van psychodynamische psychiatrie. Dit boek schenkt echter weinig aandacht aan nieuwe paradigma’s zoals intersubjectieve psychoanalyse, hechtingstheorie en neuropsychoanalyse. In dit nieuwe psychoanalytische handboek van Thijs de Wolf ligt de bijzondere verdienste dat Franse auteurs wel besproken worden.
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel komen de verschillende deeltheorieën aan bod. Spijtig dat de neuropsychoanalyse geen apart hoofdstuk krijgt. De Wolf kiest als rode draad in zijn boek voor de polariteit tussen verbondenheid en autonomie. ‘In een gezonde ontwikkeling komt het erop aan een juiste balans te vinden tussen het bij de ander kunnen zijn zonder zichzelf te verliezen en bij zichzelf kunnen zijn zonder de ander te verliezen’ (p. 418). Elk hoofdstuk wordt voorzien van een inleiding en eindigt met een conclusie waarbij de auteur de psychoanalytische deeltheorieën in een hedendaagse context plaatst en kritisch beoordeelt. De psychoanalyse is vooral relationeler en intersubjectiever geworden, de driften worden niet langer beschouwd als verankerd binnen de psychoseksuele ontwikkelingsfasen, de relatie tussen biologie en psychologie wordt momenteel als circulair opgevat.
Het tweede deel belicht de psychopathologie. De relatie wordt gelegd met de dsm-5 waardoor de actualiteitswaarde van het boek vergroot. De dsm-5 opteert voor een dimensionele benadering, de multiaxiale classificatie is van de baan, er is een beter evenwicht tot stand gekomen tussen descriptieve en structurele pathologie dan in vorige edities. Te verwachten valt dat in toekomstige edities de rubriek persoonlijkheidsstoornissen ingrijpend zal wijzigen: meer aandacht voor het ernstcriterium, een reductie tot vijf à zes prototypen en diagnostiek op maat waarbij trekken worden gescoord.
Ik betwijfel of het ontwikkelingsgericht perspectief in de dsm-5 serieus genoeg genomen wordt, iets waar De Wolf optimistisch vanuit gaat. Nosologische entiteiten komen aan bod die niet in de dsm-5 vermeld zijn, maar toch relevant blijven voor de praktijk zoals het onderscheid tussen externaliserende en internaliserende stoornissen, tussen anaclitische en introjectieve depressie. Er is ook een aparte rubriek gewijd aan de psychotische persoonlijkheidsorganisatie. Het verschil tussen hysterisch, histrionisch en hysteroïd wordt helder uitgelegd.
Het boek komt tegemoet aan de doelgroep die in het voorwoord wordt omschreven. Het is helder en verstaanbaar, coherent en vlot geschreven, klinisch relevant en actueel. Ik mis echter gevalsbeschrijvingen en klinische vignetten. Volgens mij is dit boek bruikbaar in de opleiding van psychologen, psychotherapeuten en psychiaters.
- Gabbard GO. Psychodynamic Psychiatry in Clinical Practice. (DSM-5 edition/Fifth edition). Washington: American Psychiatric Publishing; 2014.
Coutinho,
Bussum 2015
475 pagina’s,
isbn 978-90-469-0436-7,
€ 49,50
M. Hebbrecht