Wat elke professional over het geheugen moet weten
Met Wat elke professional over het geheugen moet weten biedt Paul Eling een puntsgewijs overzicht van alle aspecten van het menselijk geheugen. Het boek begint met een inleidend hoofdstuk waarin de auteur basisbegrippen toelicht, waarna hij in 12 hoofdstukken telkens een ander aspect van het geheugen bespreekt.
In hoofdstuk 2 bespreekt hij de structuur van het geheugen, waarbij hij stilstaat bij de klassieke opdeling van het geheugen in lange- en kortetermijngeheugen en declaratief en non-declaratief geheugen. In hoofdstuk 3 en 4 gaat hij vervolgens dieper in op respectievelijk het kortetermijngeheugen en het episodisch geheugen als belangrijk onderdeel van het langetermijngeheugen. De volgende hoofdstukken staan stil bij aspecten van leren: hoofdstuk 5 bespreekt zowel klassieke als operante conditionering als leerprocessen; in hoofdstuk 6 wordt vaardigheidsleren kort toegelicht. In hoofdstuk 7 komen de opbouw en structuur van de menselijke hersenen in het algemeen aan bod en worden de structuren die betrokken zijn bij de verschillende geheugenprocessen aangehaald.
Dan volgen meer toegepaste hoofdstukken. In hoofdstuk 8 wordt stilgestaan bij de ontwikkeling van het menselijk geheugen tijdens de kinderjaren en de effecten van veroudering op de geheugencapaciteit. Hoofdstuk 9 bundelt en verklaart zogenaamd uitzonderlijke geheugenprestaties, tips voor het studeren en de effecten van slaap en medicatie. De hoofdstukken 10 tot en met 13 zijn vooral voor de clinicus van het belang. Nadat eerst algemene, ‘normale’ geheugenproblemen worden besproken in hoofdstuk 10, komen in hoofdstuk 11 enkele pathologische geheugenstoornissen aan bod – waarin ook de wereldberoemde casus H.M. niet ontbreekt. Hoofdstuk 12 staat kort stil bij de verschillende soorten tests om het geheugen te meten en het verschil tussen methoden die in onderzoek gebruikt worden en methoden die geschikt zijn voor de klinische praktijk. Hoofdstuk 13 biedt een kritische beschouwing over de zin en onzin van geheugentraining en cognitieve revalidatie.
Tot slot bevat het boek een beknopte bibliografie waarin thematisch verwezen wordt naar een aantal handboeken.
Het boek is goed gestructureerd en overzichtelijk opgebouwd. De puntsgewijze schrijfstijl maakt het boek enerzijds makkelijk toegankelijk, maar anderzijds boet het daardoor soms in aan leesbaarheid en diepgang. Wat elke professional over het geheugen moet weten is een mooie inleiding tot het geheugen voor studenten en door zijn beknoptheid een toegankelijk naslagwerk voor professionals. De keerzijde is dat geen enkel aspect wordt uitgewerkt, waardoor het voor professionals die in hun praktijk te maken hebben met het geheugen en geheugenproblemen een gemiste kans lijkt.
L. Docx