Care of military service members, veterans and their families
Dit werk is een overzicht van de zorgverlening voor militairen, veteranen en hun families in/van de Verenigde Staten. Enerzijds is het overzicht zeer volledig, daar het alle facetten beschrijft (organisatorisch; alle verschillende subdomeinen zoals actieve militairen, gepensioneerde of ex-militairen; partners en kinderen van militairen; binnen elk subdomein de specifieke stoornissen), maar anderzijds ook beknopt daar het elk van deze onderdelen niet in detail uitwerkt. Er worden wel telkens bronnen aangehaald indien men een specifiek subdomein verder wil exploreren. Deze aanpak heeft het voordeel dat men toch een totaaloverzicht behoudt in een relatief beknopt werk (300 pag.) en niet het risico loopt dat men ‘door de bomen het bos niet meer ziet’.
Sterke kanten van het boek zijn het totale overzicht van deze psychische hulpverlening in het Amerikaanse militaire systeem, waarbij de structuren van een vrij complex zorgsysteem overzichtelijk worden toegelicht. Vanuit een niet-Amerikaans standpunt als lezer zijn er toch verschillende hoofdstukken die interessante, meer patiëntgerichte informatie geven die ook bruikbaar zijn binnen andere militaire zorgsystemen, maar het is uiteraard aan de lezer om de vertaling te kunnen maken naar de eigen situatie.
Nadeel is de vrij specifieke organisatie en werking van het Amerikaanse militaire systeem, dat uiteraard zeer groot is, wereldwijd ingezet wordt met grote aantallen manschappen en structuren en waarbij er ook een weinig honkvaste mentaliteit bestaat met geregeld (maximaal om de 3 jaar) mutaties waarbij het hele gezin mee verhuist en dit zowel binnen, maar ook buiten de vs zelf.
Dit systeem is naar Europese normen nog weinig herkenbaar sinds de zogenaamde ‘bezettingstroepen’ in het voormalige West-Duitsland opgeheven zijn. Voorheen waren er nog vergelijkingspunten met bijvoorbeeld de Belgische, Nederlandse en Engelse militaire eenheden die na de Tweede Wereldoorlog gelegerd waren tegen het IJzeren Gordijn tussen beide Duitslanden. Destijds waren bij de Belgische strijdkrachten in Duitsland ook families aanwezig, waarvoor een medische en psychologische hulpverleningsstructuur bestond. Nu bijna alle Europese militairen gestationeerd zijn op eigen grondgebied, vallen zeker familieleden, maar ook veel actieve en gepensioneerde militairen terug op het reguliere hulpverleningsaanbod van de niet-militaire gezondheidszorg van hun land.
Buitenlandse missies voor Amerikaanse militairen omvatten bovendien een termijn van één jaar, wat beduidend langer is dan naar Europese normen, waar termijnen van 4 tot 6 maanden gebruikelijk zijn. Niet zelden worden Amerikaanse militairen meermaals voor een periode van telkens één jaar uitgezonden, met tussendoor nog manoeuvres, oefeningen, etc. Dit brengt specifieke gevolgen met zich mee voor de families op psychisch vlak waarbij de partner of vader/moeder over een tijdsperiode van enkele jaren meer op missie is dan thuis. Dit is een probleem dat minder zwaar weegt (zij het dat het zeker ook niet onderschat mag worden) bij Europese militairen. Het boek besteedt dan ook aandacht aan de impact voor kinderen en partners van uitgezonden (deployed) militairen, het leven als familielid met het risico op verwondingen of overlijden tijdens een zending en in dat geval de opvang van de gewonde/gehandicapte militair bij terugkeer en eventueel rouwbegeleiding van deze familieleden.
Samenvattend: dit is een erg overzichtelijk werk voor eenieder die organisatorisch en inzake psychiatrische stoornissen geïnteresseerd is in de psychiatrische/psychologische hulpverlening voor Amerikaanse militairen, ex-militairen en familieleden, maar men moet beseffen dat veel informatie erg specifiek is voor deze Amerikaanse context en moeilijk transponeerbaar naar Europese structuren.
C. Dillen