Normal child and adolescent development. A psychodynamic primer
Hoewel de auteurs blijkens het voorwoord op de hoogte zijn van de kritiek op de ‘fasologie’ die er in kinderpsychiatrische kring bestaat, presteren zij het toch nog een ontwikkelingsfase aan het reeds bestaande arsenaal toe te voegen: emerging adulthood. Het is een nieuwe loot aan de ontwikkelingsboom die ontsproten is in de eenentwintigste eeuw. De voorafgaande eeuw zou in het teken hebben gestaan van de adolescentie, aldus Gilmore en Meersand. Zo zie je maar weer dat ieder vakgebied zijn preoccupatie heeft, afhankelijkvan het discours dat men volgt of het paradigma dat men aanhangt.
Over het boek zelf kan ik kort zijn. Normal child and adolescent development ademt een academische sfeer en is goed geschreven en gedocumenteerd. Het boek levert een up-to-date overzicht van de psychodynamische opvattingen over de faseontwikkeling bij het kind en de adolescent. De tekst is goed verzorgd en overzichtelijk ingedeeld. Het geheel is rijkelijk voorzien van casuïstiek wat het lezen alleen maar aangenamer maakt. De psychoanalytische fase-indeling en verworvenheden op dit terrein worden aangevuld en getoetst aan actueel onderzoek. Ook kritische overwegingen gaan de auteurs niet uit de weg, bijvoorbeeld over het oedipuscomplex: ‘Is It Still Important?’ vragen zij zich met hoofdletters af.Ik kan het boek aanraden voor artsen in opleiding tot psychiater en kinder-psychiaters die niet zijn opgegroeid met een psychoanalytische visie. Psychoanalytici daarentegen zullen er weinig nieuws in vinden.De genoemde discussie rondom de ‘fasologie’ wil ik hier graag naar voren halen omdat die actueel is en raakt aan een belangrijk psychoanalytisch standpunt. De auteurs zeggen dat een goed begrip van de ontwikkeling fundamenteel is voor psychodynamisch werken. Daar wil ik niet veel op afdingen, maar wanneer het indelen in fasen doel op zich wordt, schiet het zijn doel voorbij. Een te grote nadruk op de onderscheiden ontwikkelingsfasen kan het zicht op de structurele veranderingsprocessen belemmeren. Zo moet men zich toch ook afvragen hoe een kind taal van taal,gedrag en emotie verwezen naar biologische rijping en bij dat soort tautologische verklaringen gaan bij mij de luiken van nieuwsgierigheid dicht.
J. de Kroon