Classics of community psychiatry, fifty years of public mental health outside the hospital
Dit fraai verzorgde boekwerk bundelt 54 belangrijke publicaties van de laatste vijftig jaar (vanaf 1954 tot na 2000) over (openbare) geestelijke gezondheidszorg buiten het ziekenhuis. Het richt zich op de groep van personen met ernstige psychiatrische aandoeningen ( epa ), die in vroeger tijden alleen door het psychiatrische ziekenhuis (of de inrichting) opgevangen en verzorgd kon worden. In de beweging van de-institutionalisering kwam deze groep terug naar de maatschappij en ontstond de vraag met welke zorg men hen daar kon begeleiden. De community psychiatry (in België gemeenschapspsychiatrie) wil daarop een antwoord geven. Nederland gebruikt op dit gebied vooral de term ‘sociale psychiatrie’. Al deze termen slaan zowel op praktische interventies, op organisatie van de zorg, als op de visie op de zorg en de samenleving.
De redactie heeft een groot aantal teksten verzameld. Men heeft niet alleen vanuit de vs , maar ook vanuit Engeland en Italië artikelen opgenomen, maar het blijft een bij uitstek op de vs gericht boek. De artikelen zijn rond bepaalde thema’s gerangschikt, die worden ingeleid door de redacteuren. Zo treffen we in het hoofdstuk ‘ Deinstitutionalization and the Community Mental Health Center Movement’ (1954-1976) de literaire klassieker van Greenberg ( I never promised you a rose garden ), systeemtheoretische en conceptuele teksten (Szasz, Goffman), en een aantal praktijkgerichte bijdragen (Caplan, Fairweather, Lamb en natuurlijk Stein, Test en Marx). Zo’n hoofdstuk staat dan al voor een kleine 200 pagina’s goed leesbare dundruk.
Het volgende hoofdstuk (‘ The community support movement and its demise’ , 1977-1997) laat naast bekende auteurs (Bachrach, Anthony) veel anderen aan het woord om te tonen hoe het in die jaren stagneerde. Er zijn wel ideeën, maar financiering en organisatie falen. De redactie benoemt de laatste fase vanaf 1998 tot heden hoopvol de ‘ Recovery Era ’. Ik mis daarbij teksten van cliënten (bijvoorbeeld Deegan).
In het slothoofdstuk benoemt men herstel, evidence-based medicine ( ebm )-behandeling (inclusief assertive community treatment ; act ) en werken aan inclusie als praktische pijlers. Maar dit wordt niet vertaald in een breed organisatiemodel. Ook de noodzakelijke transmurale organisatie blijft onderbelicht. Zonder zo’n nationaal model voor epa -zorg blijft de ongewisse financiering bepalend: veel mooie projecten, prachtige artikelen en visies, maar middelmatige tot slechte praktijk.
Het boek wordt daar echter niet minder van: de 54 artikelen, hun rangschikking en de uitleg van de redactie, waarom zij tot deze selectie besloten, geven genoeg stof tot denken over de geschiedenis van zorg voor mensen met epa buiten het psychiatrisch ziekenhuis.
R. van Veldhuizen