The Healing Power of Emotion. Affective Neuroscience, Development & Clinical Practice
Emoties komen steeds meer op de voorgrond te staan in de ontwikkelingspsychologie en in de neurowetenschappen. Parallel hieraan verschuift binnen het veld van de psychotherapie de aandacht van modellen die eerder gericht zijn op cognitie naar modellen die emotie centraal stellen. Dit boek brengt een aantal leidende personen uit deze disciplines samen, onder anderen Schore, Trevarthen, Panksepp en Johnson. De samenstellers slagen erin om deze bekende onderzoekers van het brein, van de ontwikkeling van het kind en leidende persoonlijkheden uit de psychotherapie op één lijn te krijgen en te houden. Hoewel elke auteur een onderscheiden interesseveld heeft, is het overduidelijk dat zij elkaars werk kennen en appreciëren. Vele van de elf auteurs verwijzen naar andere hoofdstukken, wat de lezer helpt om het overzicht te bewaren. Dat levert een samenhangend verhaal op waarbij de lezer door de hoofdstukken kan bladeren in willekeurige volgorde. Als therapeut ging ik vanzelfsprekend eerst kijken naar de therapeutische hoofdstukken. Wanneer de lezer stuit op referenties over onderzoeksmateriaal kan hij of zij de meest essentiële informatie onmiddellijk terugvinden in deze uitgave. Het geheel vormt een stevige onderbouw voor het verlenen van een prominente plaats aan emoties in therapie en onderzoek. De eerste zes hoofdstukken focussen op neurowetenschappen en op de ontwikkelingspsychologische aspecten van emotie. Voor de lezer die niet vertrouwd is met de neurowetenschappen voelen deze hoofdstukken compact aan en vragen ze om een gerichte aandacht bij het lezen. Al deze hoofdstukken bevatten informatie die het waard is om zich vertrouwd mee te maken. De vijf laatste hoofdstukken richten zich op specifieke toepassingen in individuele en relationele therapie en gezinstherapie. Dat het relationele aspect op de voorgrond komt, volgt uit de rol die emoties spelen in de omgang met anderen. Zoals Trevarthen overduidelijk aantoont, ontwikkelt het brein van de baby zich ‘in relatie’. Emoties spelen hierbij een dubbele centrale rol: ze zijn centraal in de communicatie met de ‘ouder’, wat op zijn beurt bijdraagt tot het erkennen en het gedeeltelijk leren ‘beheersen’ van de eigen emoties zijn centraal in een gezonde ontwikkeling. Dit is een boek dat je niet even snel-snel doorneemt, het vraagt wat werk. De informatie die het biedt, is compact. Wie verder wil zoeken, vindt voldoende verwijzingen naar afzonderlijk werk van elke auteur. De ‘helende’ kracht van emoties, aangekondigd in de titel, verwijst na het lezen van het boek eerder naar een hypothese. Dit vraagt verder onderzoek. Binnen de therapeutisch hoofdstukken is enkel de emotionally focused therapy (eft) van Susan Johnson evidence-based bevonden. De andere therapeutische hoofdstukken zijn boeiend, maar voor de therapeut vragen ze om meer verdieping en om een verbreding en verbinding naar andere auteurs en modellen. Niettemin blijft dit boek een goed geschreven en geïntegreerd geheel dat het lezen en bestuderen meer dan de moeite waard is.
L. Migerode