Drop-out bij klinisch psychotherapeutische behandeling van persoonlijkheidsproblematiek
achtergrond Drop-out is een belangrijk probleem bij psychotherapie. Factoren die in eerdere studies samenhingen met drop-out zijn onder meer te verdelen in cliëntkenmerken zoals jonge leeftijd en lage sociaaleconomische status en kenmerken van stoornissen zoals ernst van de problematiek en problematisch middelengebruik.
doel Onderzoeken van kenmerken van de cliënt en van de stoornis die samenhangen met drop-out en voorspellen van drop-out bij cliënten met overwegend persoonlijkheidsproblematiek. methode Kenmerken van cliënt en stoornis werden in een retrospectieve studie onder 372 cliënten vastgesteld aan de hand van vier databronnen: intakebrieven, Gestructureerd Klinisch Interview dsm-iv (scid)-ii-persoonlijkheidsvragenlijst, (scid-i- en -ii-interviews) en ontslagbrieven. De samenhang van deze kenmerken met drop-out werd bi- en multivariaat getoetst.
resultaten Het drop-outpercentage was 33,3. De factoren die significant bijdroegen aan de voorspelling van drop-out waren een jonge leeftijd, een lage Global Assessment of Functioning(gaf)-score en de aanwezigheid van middelenproblematiek bij ontslag. De mate en de ernst van de as i-problematiek en de aard van de persoonlijkheidsproblematiek droegen nauwelijks bij aan de voorspelling van drop-out.
conclusie Deze bevindingen impliceren dat er voor aanvang van de behandeling meer aandacht moet zijn voor de aanwezigheid van middelenproblematiek. Drop-out blijft een moeilijk te voorspellen en daarmee lastig te beïnvloeden fenomeen.