En dan … En dan … ? Tijd verhelderen voor mensen met autisme
Theoretische kennis over autisme is een eerste stap naar het begrijpen van deze stoornis, maar in de klinische praktijk zijn vooral praktische kennis en handvatten nodig. Steven Degrieck slaagt er - ook in eerdere publicaties als Denk & Doe, Werk maken van vrije tijd - op verhelderende wijze in deze vertaalslag te maken. En dan … En dan … ? richt zich specifiek tot personen die verduidelijking en voorspelbaarheid betreffende tijd willen bieden aan personen met autisme. De auteur brengt een duidelijke beschrijving van hoe men dagschema's op maat kan ontwikkelen voor individuen met autisme of personen met een verstandelijke beperking. Het gebruik van gevisualiseerde schema's in de vorm van een trainingsprogramma, specifiek gericht op mensen met autisme, werd begin jaren zeventig van de vorige eeuw geïntroduceerd door Eric Shopler met het teacch-programma, van treatment and education of autistic and related communication- handicapped children. Het voornaamste doel van de methode is de optimale aanpassing van een persoon, waarbij men zich richt op zijn individuele vaardigheden, interesses en behoeften om de ontwikkeling te stimuleren en het onaangepaste gedrag te reduceren. Hiervoor tracht men de omgeving waarin de methode wordt toegepast optimaal te structureren en daarbij staan visualisering en voorspelbaarheid centraal. Sindsdien wordt dit programma wereldwijd - weliswaar in allerlei aangepaste vormen - gebruikt. De teacch-benadering is gebaseerd op de behavioristische traditie, maar is in de loop van de tijd aangepast aan de nieuwe ontwikkelingstheorieën en ecologische inzichten en theorieën (www.teacch.com). In het boek legt de auteur nadrukkelijk de klemtoon op het gebruik van een op maat gemaakt dagschema als middel, met als uiteindelijk doel het vergroten van de autonomie en flexibiliteit en verminderen van spanning die mensen met autisme ervaren vanuit hun andere informatieverwerkingsstijl. Het boek kan ook 'op maat' gelezen worden aangezien de auteur een indeling maakt per intelligentieniveau, waar men de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van de besproken systemen kan opzoeken, met aandacht voor allerlei valkuilen. Dit boek is voornamelijk praktisch van aard en richt zich tot een breed publiek van hulpverleners die werken met personen met een autismespectrumstoornis. De auteur pretendeert ook zeker niet een boek van academisch niveau te brengen, maar de verwijzingen naar de meer wetenschappelijke literatuur die hij aan het einde van het boek geeft, blijven toch erg beperkt. Wel kan men het boek zien als een bruikbaar instrument voor degenen die de begeleiding van mensen met een autismespectrumstoornis in de klinische praktijk op zich nemen.
M. De Jonghe