Psychotropic Drugs. Fast Facts (4de druk)
Dit boek bestaat uit acht hoofdstukken en vier bijlagen. De hoofdstukken zijn de belangrijkste groepen psychofarmaca: antipsychotica, middelen gebruikt bij bewegingsstoornissen, antidepressiva, middelen voor gebruik bij dementie, stemmingsstabilisatoren, anxiolytica, hypnotica en stimulantia. Binnen ieder hoofdstuk worden de belangrijke subgroepen van psychofarmaca behandeld. In het hoofdstuk over de antipsychotica bijvoorbeeld wordt een onderverdeling gemaakt naar eerste en tweede generatie van deze middelen en bij stemmingsstabilisatoren onderscheidt men lithium en de anticonvulsiva. De hoofdstukken hebben allemaal dezelfde opbouw. Iedere groep psychofarmaca wordt besproken aan de hand van de volgende onderdelen: een inleiding, dosering en doseringsvorm en kleur, farmacologische aspecten, indicaties, bijwerkingen, interacties, effecten op uitslagen van laboratoriumonderzoek, gevolgen van stoppen, gevolgen van overdosering en intoxicaties, speciale doelgroepen, voorzorgsmaatregelen, wat aan de familie te vertellen en als laatste verschillende aspecten van de behandeling, zoals optimalisatie-, augmentatie- en combinatiestrategieën. Het boek heeft een normaal formaat en past dus niet in de zak van 'een witte jas'. De medicatiegroepen zijn volledig en op een overzichtelijke wijze beschreven, de indeling in onderwerpen is handig. Een nadeel is echter dat het een opsomming van kenmerken is, waardoor het niet nuttig is bij het maken van keuzes. Het ontbreekt ook in belangrijke mate aan onderscheid tussen de onderdelen van een hoofdstuk en wat wel en wat minder belangrijk is per onderdeel, zoals interacties en bijwerkingen. Het blijft een droge opsomming. Kortom, een beknopt naslagwerk waarvoor betere Nederlandse alternatieven bestaan, zoals Praktische psychofarmacologie van Moleman (2008) of het Farmacotherapeutisch kompas. Deze Nederlandse alternatieven zijn daarbij nuttig als ondersteuning bij het maken van een weloverwogen keuze.
W.W. van den Broek