Geneesmiddelen voor de geest. Een praktische gids
Geneesmiddelen voor de geest is de patiënteneditie van Praktische psychofarmacologie, hét standaardwerk over psychofarmaca in het Nederlandse taalgebied. Het boek omvat 7 hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt allerlei achtergrondinformatie verstrekt, onder meer over de werking van de hersenen, over wat bijwerkingen en interacties zijn, over het wel of niet geregistreerd zijn van een geneesmiddel voor een bepaalde indicatie (hierbij mis ik overigens dat een voorschrijver aan de patiënt hoort te melden wanneer hij/zij een geneesmiddel 'off label' voorschrijft), en over het verschil tussen merknamen en generieke namen. Vervolgens worden in vier hoofdstukken antidepressiva, slaap- en kalmeringsmiddelen, antipsychotica en stemmingsstabilisatoren besproken. Hierin worden kort de stoornissen besproken waarbij de betreffende geneesmiddelen worden voorgeschreven, de werkingsmechanismen, de bijwerkingen, de interacties, hoe ze te gebruiken (en af te bouwen) en een korte beschrijving van elk middel afzonderlijk. Ten slotte staat de auteur in twee hoofdstukken stil bij de toepassing van psychofarmaca bij kinderen en jeugdigen (met apart aandacht voor stimulantia) en bij ouderen (inclusief middelen bij dementie). Het boek bevat zeer veel informatie en deze is - met het trefwoordenregister - ook makkelijk te vinden. Het is wel gericht op de hoger opgeleide lezer. Wie een dergelijke patiënt heeft die meer wil weten over psychofarmaca, kan het boek zeker aanraden. Ik heb ook wat kanttekeningen. Bijvoorbeeld het hoofdstuk over antidepressiva. Moleman noemt ze 'uiterst effectief' (pag. 30). Op zijn best echter is de effectiviteit beperkt, en het zou nuttig geweest zijn wanneer expliciet vermeld zou zijn dat antidepressiva alleen geïndiceerd zijn bij patiënten met een meer ernstige of langdurige depressie. In hetzelfde hoofdstuk komen ook kort diverse alternatieven voor antidepressiva aan de orde, waaronder psychologische behandelingen. Naar mijn smaak was hierbij meer aandacht voor de verschillende vormen van psychotherapie op zijn plaats geweest, én had de auteur kunnen vermelden dat psychotherapie even effectief is als medicatie, in plaats van te stellen dat een combinatiebehandeling 'op den duur het meest effectief is' (wat helaas niet bewezen is). Overigens is het boek inmiddels ook al weer wat gedateerd. Als voorbeeld het hoofdstuk stemmingsstabilisatoren. Daarin staat, conform de Nederlandse richtlijn Bipolaire stoornissen uit 2001, dat langdurig gebruik van een antipsychoticum 'over het algemeen niet gewenst' is. Nergens in het boek lees ik echter dat olanzapine naast schizofrenie ook geregistreerd is voor manie én de vervolgbehandeling na een manie. In het hoofdstuk over antipsychotica wordt zelfs niets over de bipolaire stoornis (ook niet over de registratie voor de behandeling van manie) vermeld. De richtlijn uit 2001 is inmiddels vervangen door een nieuwe versie (2008). Het wachten is op een update van Geneesmiddelen voor de geest.
W.A. Nolen