Clinical Manual of Eating Disorders
In 2006 verscheen de derde uitgave van de Practice guideline for the treatment of patients with eating disorders van de American Psychiatric Association. Twee leden van de betreffende werkgroep namen het initiatief om op basis van de richtlijn een praktijkboek te schrijven met medewerking van collega's uit de werkgroep en andere specialisten. Het is uiteraard een Amerikaanse aangelegenheid geworden, zij het met de coryfeeën uit het werkveld. De gebruikte literatuur - op enkele uitzonderingen na - loopt tot 2005. De eerste drie hoofdstukken gaan vooral over diagnostiek en indicatiestelling. Persoonlijk erger ik me aan een vermelding als 'criteria volgens dsm-iv-tr', aangezien die in essentie niet bestaan. Wij hebben nog steeds te maken met dsm-iv en die 'tr' verwijst louter naar een revisie van de toelichting (commercieel wordt die 'text revision' evenwel handig uitgebuit, ook in Nederlandse edities). Vooral het hoofdstuk over de assessment is een compact en overzichtelijk geheel. Vanaf het vierde hoofdstuk is de opbouw van het boek een beetje rommelig. Nu eens kiest men voor een doelgroep (bijvoorbeeld boulimia nervosa) dan weer voor een bepaalde methodiek (bijvoorbeeld gezinsbehandeling). De aanpak van de somatische aspecten is echter wat verloren gegaan en wordt her en der besproken. Hetzelfde geldt voor het therapeutisch beleid op de lange termijn en terugvalpreventie, wat toch essentiële thema's moeten zijn in een praktijkboek over eetstoornissen. Daarnaast bespreken de diverse auteurs wel genuanceerd hun klinische kijk met ook oog voor probleemsituaties en mislukkingen. Eigenaardig is de opname van een hoofdstuk over psychiatrische aspecten van chirurgie bij patiënten met obesitas. Over obesitas zelf - trouwens op zich geen eetstoornis - wordt verder slechts terzijde gesproken. Het thema 'overgewicht' krijgt overigens weinig aandacht, hoewel het meestal voorkomt bij de vreetbuienstoornis (binge eating disorder), waarvan de diagnostische criteria in dit opzicht hoognodig aan revisie toe zijn. Hoewel op zich interessant staan de hoofdstukken over socioculturele aspecten en over atleten en eetstoornissen wat verloren in dit klinisch handboek. Erg goed is het hoofdstuk over chronische eetstoornissen, inclusief de ethische aspecten (al zou ik persoonlijk wat voorzichtiger zijn in het gebruik van het begrip 'chronisch'). Wel blijkt men ook in dit boek het mortaliteitsrisico te overschatten vanuit het klinisch werk met een selectieve populatie. Al te vaak krijgen eetstoornissen (vooral anorexia nervosa) de reputatie van 'moeilijk' en 'gevaarlijk'. Ondanks de vermelde beperkingen en tekortkomingen brengt dit boek een mooi overzicht van klinisch relevante aspecten, zowel voor de beginnende als de ervaren hulpverlener.
W. Vandereycken