Wanneer is een psychose gevaarlijk? Ethische, professionele en juridische afwegingen inzake psychose en gedwongen opname in België
achtergrond De wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke van 26 juni 1990 hanteert het gevaarscriterium als belangrijke voorwaarde voor gedwongen opname in België.
doel De relatie tussen psychose en gevaar in kaart brengen en de verschillende interpretaties van het gevaarscriterium binnen de context van psychotische stoornissen analyseren, evenals de achterliggende ethische posities.
methode Literatuuronderzoek in PubMed, Psycinfo, handboeken en referenties, met als zoektermen: 'coercion', 'commitment of mentally ill', 'dangerous behaviour', en 'psychotic disorders'.
resultaten De correlatie psychotische stoornis-gevaar is beperkt, maar wordt versterkt door comorbide middelenmisbruik of afwezige therapietrouw. De klinische beoordeling van gevaar is slechts beperkt wetenschappelijk onderbouwd. De onderliggende ethische positie bepaalt wanneer het gevaar als voldoende groot wordt beoordeeld om dwang te rechtvaardigen.
conclusie Gevaar is een problematisch criterium voor dwangopname. Daarom is een model nodig waarin gevaar wordt afgewogen tegenover de verwachte voor- en nadelen van een gedwongen opname en de behandelbaarheid van de stoornis. Het graduele karakter van het gevaarscriterium en het proportionaliteitsprincipe nopen tot een meer gedifferentieerd arsenaal van dwangmaatregelen die minder ingrijpend zijn dan opname.