Bipolar II Disorder. Modelling, Measuring and Managing
Parker e.a. geven een overzicht van recente inzichten op het gebied van classificatie, neurobiologie en behandeling van de bipolaire stoornis type II in dit boek, dat bedoeld is voor clinici die patiënten met deze stoornis behandelen. In zijn voorwoord stelt Parker dat de bipolaire stoornis type II een relatief 'nieuwe' aandoening is, die conceptueel ter discussie staat, vaak slecht wordt onderkend, in ernst wordt onderschat en waarvoor geen specifieke behandelrichtlijnen bestaan. Dit boek pretendeert een overzicht te geven van de (ontbrekende) kennis en een aanzet tot een behandelingsprotocol. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat 15 hoofdstukken van diverse auteurs over epidemiologische en neurobiologische aspecten en behandeling; het tweede deel bevat 12 hoofdstukken waarin onderzoekers van naam commentaar geven en aanbevelingen doen. Dit boek voldoet om een aantal redenen niet aan mijn verwachtingen. In de eerste plaats vind ik het een onevenwichtig, slecht geredigeerd boek, tot uiting komend in elkaar overlappende hoofdstukken van wisselende kwaliteit en lengte. In een hoofdstuk over de geschiedenis van de bipolaire stoornis (E. Shorter) wordt met geen woord gerept over de bipolaire stoornis type II, terwijl dit toch het onderwerp is. In het lange hoofdstuk 2 (J. Phelps) wordt het concept van het bipolaire spectrum belicht, waarbij echter ook behandeladviezen worden gegeven. Hoofdstuk 3 (Parker) beschrijft een categoraal 'isomeermodel', waarbij het al dan niet optreden van psychotische verschijnselen onderscheidend is voor de bipolaire stoornis type I versus type II, en niet de mate van (hypo)manische stemmingsontregeling. In een aantal hoofdstukken over epidemiologische en neurobiologische aspecten en behandeling wordt bij herhaling aangegeven dat er weinig tot geen gecontroleerd onderzoek heeft plaatsgevonden bij patiënten met bipolaire stoornis type II, hetgeen vermoeidheid oproept bij de lezer en vragen over de zin van dit boek. De hoofdstukken over nietmedicamenteuze behandelstrategieën bevatten ook weinig tot geen nieuws en zijn niet specifiek voor deze stoornis. Ten slotte zijn de 12 hoofdstukken 'Management commentary', van onder anderen Vieta, Post, Young en Ghaemi, erg wisselend van inhoud en kwaliteit, waarbij vaak (bekende) stokpaardjes worden bereden. In de tweede plaats krijgt Parkers visie op de bipolaire stoornis type II een te prominente plaats in dit boek. Hij benadrukt de depressieve pool en de behandeling met antidepressiva, waarbij hij de (hypo)manie van ondergeschikt belang lijkt te vinden. De mening van andere auteurs zoals Vieta en Young, die een prominente rol voor stemmingsstabilisatoren bepleiten en de bipolaire stoornis type II meer richting type I situeren, wordt onvoldoende over het voetlicht gebracht. Samenvattend: een rommelig en bovendien duur boek, dat weinig nieuws bevat.
B.M.G. Arts