Geriatric Neuropsychology. Assessment and Intervention
Het eerste van deze twee nieuwe boeken over geriatrische neuropsychologie (Attix en Welsh) maakt zijn ambitie al in de ondertitel duidelijk: diagnostiek én interventie. De eerste negen hoofdstukken zijn aan de diagnostiek gewijd. Het boek begint met een bespreking van een integratief model van neuropsychologische diagnostiek. Deze bijdrage beschrijft helder welke gegevens neuropsychologen kunnen gebruiken en hoe zij deze in de eindconclusies van hun beoordeling kunnen integreren. Ook de typische kenmerken van het neuropsychologisch interview komen aan bod, met name de verschillen met de traditionele medische anamnese. Daarmee wordt de toon voor de rest van het boek gezet: de inbreng van neuropsychologische discipline als zelfstandige tak van wetenschap, met een specifieke kijk en inbreng in de totale diagnostiek, en niet 'slechts' als hulponderzoek voor de medisch specialist. Deze zelfbewuste toon is op aangename en genuanceerde wijze door het hele boek verwerkt en wordt ook waargemaakt. Dat spreekt mij persoonlijk erg aan. De auteurs zien de bijdrage van de neuropsychologie vooral in het vaststellen van sterke en zwakke kanten van het cognitief functioneren, en de vertaling daarvan in consequenties voor behandeling, maar niet primair als diagnosticum van de onderliggende aandoeningen. Integendeel, het boek benadrukt op diverse plaatsen dat de bijdrage van de neuropsychologie aan de nosologische diagnostiek vaak juist weinig specifiek is. Eigenlijk zijn alle hoofdstukken van dit gedeelte boeiend, maar speciaal interessant vond ik het hoofdstuk over normale veroudering en mild cognitive impairment, over het gebruik (en misbruik) van verschillende normen in de testdiagnostiek, culturele aspecten en over het geven van feedback. De hoofdstukken zijn redelijk up-to-date en bevatten veel recente en relevante literatuurverwijzingen. Het tweede gedeelte gaat volledig over de neuropsychologische interventie. Daaronder worden zowel cognitieve training, compensatietechnieken en psychotherapeutische interventies begrepen. Ook dit gedeelte is zonder meer zeer de moeite waard, ook al wordt veelvuldig gebruikgemaakt van literatuur van meer dan 10 jaar geleden. Kennelijk gaan de ontwikkelingen op het gebied van de neuropsychologische behandelingen minder snel. Toch is dat nergens echt storend. Ook hier ligt sterk de nadruk op de integratieve benadering, waarbij van alle hulpbronnen gebruikgemaakt wordt. De meeste auteurs spreken uit veel ervaring en koppelen theoretische inzichten aan praktische toepassingen. Al met al heb ik weinig aarzelingen om dit boek aan te raden aan iedereen die zich wil verdiepen in de bijdrage van de neuropsychologie aan de ouderenzorg. Niet alleen voor neuropsychologen zelf, maar voor alle disciplines die met dit vakgebied te maken hebben. In het tweede boek (met als redacteuren Bush en Martin) worden de praktische implicaties besproken van nieuwe inzichten in de neuropsychologie bij ouderen. Het boek omvat 19 hoofdstukken van (deels) bekende psychologen werkend als onderzoeker in de ouderenzorg. Het boek is opgedeeld in drie secties: diagnostiek, neuropsychologische stoornissen en klinische beschouwingen. In de eerste sectie gaat veel aandacht uit naar specifieke aspecten van de diagnostiek bij ouderen: het klinische interview, de te gebruiken testbatterijen, de testomstandigheden en de integratie met bevindingen uit het hulponderzoek. Uit de hoofdstukken spreekt veel klinische ervaring met ouderen. Het tweede gedeelte, over de verschillende aandoeningen, bespreekt in het kort een aantal veelvoorkomende problemen, zoals alzheimerdementie en andere dementieën, cerebrovasculaire aandoeningen, de ziekte van Parkinson en het traumatisch hersenletsel. De hoofdstukken van dit gedeelte zijn wat algemeen opgezet. Relatief vaak wordt er gebruikgemaakt van al wat oudere referenties. Dit gedeelte vond ik persoonlijk het minst informatief. Veelal gaat het om algemene beschrijvingen van ziektebeelden en op specifiek voor neuropsychologie relevante aspecten wordt niet heel uitputtend ingegaan. Wanneer men de laatste stand van zaken wil vernemen over de genoemde aandoeningen, kan men beter gebruikmaken van de vele overzichtsartikelen die met enige regelmaat in de grote tijdschriften verschijnen of van recente standaardwerken. Het laatste gedeelte gaat daarentegen veel dieper in op de kenmerkende problemen bij ouderen en hun gevolgen voor een goede neuropsychologische beoordeling. Deze bijdragen zijn eigenlijk allemaal relevant en origineel. Zo worden achtereenvolgens beschreven: de psychiatrische stoornissen bij neurologische aandoeningen, slaapproblemen, pijn, invloeden van medicatie en middelengebruik, de rol van neuropsychologen bij het begeleiden van familieleden met neurologische aandoeningen. De laatste hoofdstukken zijn gewijd aan het beoordelen van de wilsbekwaamheid en andere medisch-ethische problemen. De aandacht voor neuropsychologische behandelingen bij de oudere doelgroep is naar mijn smaak wat beperkt, waarmee het onterechte idee bevestigd wordt dat neuropsychologen zich vooral bezighouden met diagnostiek. Het boek omvat veel en gedegen informatie, maar is niet altijd even up-to-date. Dat hoeft ook niet, want de praktische consequenties van wetenschappelijke inzichten zijn wellicht niet erg onderhevig aan snelle veroudering. Vanwege die praktische invalshoek is het boek toch zeker aan te bevelen, voor zowel neuropsychologen werkend in de ouderenzorg als medici (ouderenpsychiaters, maar ook sociaal geriaters en neurologen) die zich meer willen verdiepen in de neuropsychologische diagnostiek bij ouderen. Wanneer twee boeken met dezelfde naam op min of meer hetzelfde tijdstip verschijnen, is het verleidelijk om ze met elkaar te vergelijken. Mijn voorkeur gaat uit naar het boek van Attix en Welsh, omdat het iets meer diepgang heeft en de hoofdstukken beter onderbouwd zijn. Dat neemt niet weg dat juist voor degenen die zich nog willen inwerken in het gebied van de ouderenzorg het tweede boek (onder redactie van Bush en Martin) waarschijnlijk geschikter is, juist omdat daarin zoveel aandacht uitgaat naar de praktische aspecten.
F.R.J. Verhey