Imitation and the Social Mind. Autism and Typical Development
Imitatie speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Door gezichtsuitdrukkingen, gebaren, taaluitingen, handelingen en emotionele reacties te imiteren worden sociale nabijheid en wederkerigheid benadrukt en wordt de ontwikkeling van ouder-kindinteracties, relaties met leeftijdsgenoten, taal en ook praktische vaardigheden gefaciliteerd. Imitatie is dus bij uitstek een vorm van sociaal leren. Het is dus niet verrassend dat al lange tijd onderzoek wordt gedaan naar tekorten in het vermogen tot imiteren bij kinderen met autisme. Toch zou het onderzoek naar imitatie bij normale en autistische kinderen onvoldoende interessant zijn geweest om er een boek zoals Imitation and the social mind over uit te brengen. Dit veranderde met de ontdekking in 1992 van de zogenaamde mirrorneuronen. In onderzoek bij apen bleken neuronen in de motorische cortex niet alleen actief te zijn bij de uitvoering van bewegingen, maar ook bij de observatie van dezelfde beweging uitgevoerd door een andere aap. De gebieden in de motorische cortex bij de aap kwamen overeen met het gebied van Broca bij de mens. Dit leidde tot de hypothese dat de mirrorneuronen een rol zouden kunnen spelen bij het leren van de taal en bij de ontwikkeling van sociaal-communicatief gedrag en empathie bij de mens; ook de hypothese dat een tekortschietend functioneren van mirrorneuronen ten grondslag ligt aan autisme was hierop gebaseerd. Dit boek bevat een systematische en uitvoerige bespreking van de rol die imitatie speelt in de ontwikkeling van normale kinderen en kinderen met autisme. Daarnaast gaan de auteurs in op recent beeldvormend hersenonderzoek naar de neurale correlaten van imitatie. Het is een interessant en inhoudsrijk boek met hoofdstukken die stuk voor stuk door vakspecialisten zijn geschreven. Het kan worden aanbevolen voor zowel behandelaren die actief zijn in de zorgprogramma's voor stoornissen uit het autismespectrum als wetenschappelijk onderzoekers op het gebied van autisme en hersenen. Ook voor behandelaren omdat aan de orde komt hoe het vermogen tot imitatie in behandelingen kan worden gestimuleerd. Van grote waarde is het slothoofdstuk waarin de redacteuren samen met Bruce Pennington een knappe samenvatting geven van het gehele boek, en actuele en nieuwe hypothesen over imitatie en mirrorneuronen bij autisme kritisch beschouwen.
J.K. Buitelaar