Het behandelen van explosieve kinderen. De methode van het gezamenlijk problemen oplossen (Vert. M. van Horn)
In dit boek beschrijven Ross Greene en Stuart Ablon, beiden gerenommeerd kinder- en jeugdpsychiater en directieleden van het Center for Collaborative Problem Solving, het alternatieve therapeutische model van gezamenlijk problemen oplossen (cps) bij de behandeling van gedragsproblemen bij kinderen, maar ook bij adolescenten. In een inleidend hoofdstuk wordt op zeer verhelderende wijze de kracht van dit zorgmodel toegelicht. Het uitgangspunt van dit boek is dat explosieve jongeren over ontoereikende vaardigheden beschikken op het gebied van flexibiliteit/aanpassingsvermogen, frustratietolerantie en probleemoplossend vermogen. Het cps-model beschrijft vijf cognitieve ontwikkelingsfactoren (executieve vaardigheden, taalverwerkingsvaardigheden, emotionele regulering, cognitieve flexibiliteit en sociale vaardigheden) die kunnen bijdragen tot het ontstaan van gebrekkige vaardigheden. Het al of niet ontstaan van gedragsproblemen bij jongeren wordt volgens de auteurs medebepaald door de mate waarop een kind met ontoereikende vaardigheden en zijn volwassen verzorgers op elkaar zijn ingespeeld (transactioneel standpunt). In hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op het inventariseren van deze ontoereikende vaardigheden alsmede hun uitlokkende factoren. In hoofdstuk 3-6 wordt stapsgewijs de toepassing van het cps-model in extramurale settings aan de lezer uitgelegd. Het soms wat theoretische kader wordt ruim gestoffeerd aan de hand van klinische vignetten en een kritische vraag-en-antwoordsectie aan het eind van elk hoofdstuk. In de laatste 2 hoofdstukken wordt aandacht besteed aan de klinische toepassing van het cps-model in een schoolsituatie en een residentiële therapeutische setting. Het boek sluit af met de eerste studie naar de effectiviteit van cps (Greene e.a. 2004). Kortom, het boek is logisch opgebouwd, leest zeer gemakkelijk en is gekruid met diverse klinische vignetten. Het is een aanrader voor elke hulpverlener werkzaam met gedragsgestoorde jongeren. Ik ben echter benieuwd naar verdere vergelijkende effectiviteitstudies waarbij cps vergeleken wordt met andere evidence-based programma's bij jongeren met gedragsproblemen.
D. Van West