The American Psychiatric Publishing Textbook of Personality Disorders
Welke eisen stel je aan een goed handboek? Zijn er criteria voor te formuleren? Ik heb twee criteria als uitgangspunt genomen voor mijn beoordeling van dit dikke handboek over persoonlijkheidsstoornissen. Het eerste criterium bestaat uit drie vragen: Zet dit handboek op een didactische manier, in de volle breedte en eigentijds, de state of the art neer van de diagnostiek en de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen? Komen de te verwachten thema's in het wetenschappelijk onderzoek voldoende aan bod? Wordt er voldoende stilgestaan bij de conceptuele problemen? Het tweede criterium betreft de vraag of het handboek te gebruiken is als naslagwerk voor specifieke vragen vanuit de praktijk. Het handboek voldoet ruimschoots aan mijn eerste criterium: het is encyclopedisch van opzet en geeft een redelijk compleet overzicht. Het handboek is voorspelbaar, maar overzichtelijk opgebouwd en bestaat uit de volgende zes delen: concepten, klinische evaluatie, etiologie, behandeling, speciale problemen en doelgroepen, en tot slot nieuwe ontwikkelingen en toekomstplanning voor wetenschappelijk onderzoek. Een keur aan befaamde deskundigen heeft aan dit handboek meegewerkt. Ik noem er een aantal, omdat ik meen dat zij staan voor kwaliteit: Anthony Bateman, Martin Bohus, John Clarkin, Robert Cloninger, Peter Fonagy, Glen Gabbard, John Gunderson, Eric Kandel, Paul Links, John Markowitz, Theodore Millon, Joel Paris, Tracie Shea, Michael Stone, Drew Westen en Thomas Widiger. Bijzonder is dat we in dit Amerikaanse handboek ook een Nederlandse bijdrage vinden. Het hoofdstuk over persoonlijkheidsstoornissen en middelenmisbruik is van de hand van Roel Verheul en Wies van den Bosch. De voorspelbare opzet laat weinig ruimte voor verrassingen. Toch zijn die er wel. Hoofdstuk 28, over de voordelen en risico's van samenwerken in behandelteams, gaat niet alleen over het gevaar van splijting in teams, maar ook over de gevaren van farmacologische therapie in combinatie met psychotherapie - zeer interessant. Uiterst boeiend is ook het hoofdstuk over gender (hoofdstuk 34), dat de fundamentele vraag stelt: is de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen niet een manier om 'normaal' gedrag van vrouwen in een psychopathologisch kader te plaatsen? Het hoofdstuk over translationeel onderzoek (hoofdstuk 39) laat ons binnentreden in het fascinerende onderzoeksdomein van inductie door farmacologische stoffen van toestanden die lijken op pathologische dissociatie, om het fenomeen dissociatie bij patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis beter te kunnen begrijpen. Dit soort onderzoek zal ons steeds vaker confronteren met op foute aannamen gebaseerde theorieën. Sommige onderwerpen worden heel omstandig besproken, zoals de verschillende psychotherapeutische benaderwijzen van de persoonlijkheidsstoornissen. Andere onderwerpen worden heel summier aangestipt. Jammer vind ik dat de hele discussie rond het voorbereiden van de dsm-v en de optie om as-ii-stoornissen in de toekomst onder te brengen bij as i, in een kwart pagina wordt afgedaan. Het boek voldoet niet aan mijn tweede criterium. Allereerst valt op dat er geen namenregister is opgenomen. Dat is een onvergeeflijke fout voor een boek van dit formaat met de pretentie een standaardwerk te zijn. Wil je nakijken welke auteur het meest geciteerd wordt, dan heb je het nakijken. Vervolgens heb ik aan de hand van twee vragen uit de praktijk geprobeerd uitsluitsel te krijgen op de vraag of ik dit handboek ook als naslagwerk zou kunnen gebruiken. Mijn eerste vraag was: kan ik iets terugvinden over de prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen tijdens de zwangerschap? Helaas zijn in de index de woorden pregnancy, puerperium, childbed en delivery niet opgenomen. Het wordt dus zoeken naar een speld in een hooiberg. Ook mijn tweede vraag bleef onbeantwoord. Ik had zo graag willen weten of er richtlijnen zijn voor de behandeling van patiënten met gecombineerde as-i- en as-ii-problematiek. Wanneer stop je 'de as-i-behandeling' en schakel je over op een behandeling van de persoonlijkheidsstoornis? Ik had er nog vrede mee gehad als mijn vraag met het standaardantwoord was beantwoord: je behandelt geen stoornis, maar een persoon die lijdt, een patiënt. Maar om in de index het woord guideline niet aan te treffen, gaat me toch te ver. De samenstellers van het boek - zo is mijn conclusie - zijn dus vooral van de inhoud uitgegaan: als we ervoor zorgen dat we alle onderwerpen aansnijden die van belang zijn en we zoeken er gerenommeerde auteurs bij, dan is het goed. Ik vind dat een misvatting en impliciet een onderschatting van de lezer. Als lezer wil je niet alleen passief ondergaan wat er geschreven staat. Je wilt ook snel en gericht de informatie die je nodig hebt kunnen ophalen. Dat is met dit handboek niet mogelijk.
M. Nijs