Manic-Depressive Illness. Bipolar Disorders and Recurrent Depression (2de druk)
In 1990 verscheen Manic-depressive illness van Goodwin en Jamison, de laatste niet alleen psycholoog, maar bovenal ook zelf patiënt met een bipolaire stoornis (Kupka & De Been 2006). Het won dat jaar als eerste psychiatrische boek de prijs voor het beste medische boek van de Amerikaanse vereniging van uitgevers. De verwachtingen waren dan ook hoog gespannen toen begin 2007 eindelijk de tweede druk verscheen. Het eerste dat opvalt, is dat het boek nu ook een subtitel heeft gekregen: bipolar disorders en recurrent depression. Daarmee volgen Goodwin en Jamison de oorspronkelijke visie van Kraepelin, die ook de recidiverende unipolaire depressie tot het manisch depressive Irresein rekende. Het boek beschrijft dus niet enkel de bipolaire-i- en bipolaire-ii- stoornis, maar het hele bipolaire spectrum inclusief de depressies met subthreshold-hypomane episoden: met minder symptomen of korter dan de formele hypomane episode volgens de dsmiv. Het is weer een zeer omvangrijk werk geworden, maar deze keer zijn er wel meer co-auteurs. Nadat in de eerste druk alleen het hoofdstuk over de genetica was overgelaten aan een andere expert, hebben de auteurs er nu 15 anderen bij gehaald, waarbij overigens onduidelijk blijft wie waaraan heeft bijgedragen. Het boek kent 5 delen, te weten klinische beschrijving en diagnose: 3 hoofdstukken; klinische studies: 5 hoofdstukken; psychologische studies: 4 hoofdstukken; pathofysiologie: 4 hoofdstukken; behandeling: 9 hoofdstukken. Ondanks de omvang (en waarschijnlijk vooral dankzij de twee hoofdauteurs) is het een zeer leesbaar boek. Over alles wat je wilt weten van de bipolaire stoornis is altijd wel iets te vinden: van de historische achtergrond tot verwachtingen voor de toekomst, van de bipolaire stoornis zelf tot de relatie met schizofrenie of middelengebruik, van de genetische en moleculaire achtergrond tot creativiteit, en van elektroconvulsietherapie tot voedingssupplementen. Heb ik ook kritiek? Het kan zijn dat ik als onderzoeker en inmiddels ook expert op het gebied van de bipolaire stoornis kritischer ben dan ten tijde van de eerste druk, maar ik vind dat met name het vijfde deel (behandeling) soms wat te veel de Amerikaanse visie weergeeft: met veel nadruk op atypische antipsychotica bij de manie en veel nadruk op lamotrigine en juist niet op antidepressiva bij de bipolaire depressie. Daarentegen wordt in de onderhoudsbehandeling terecht wel gekozen voor lithium als eerste keus. Al met al is ook deze tweede editie als hét standaardwerk op het gebied van de bipolaire stoornis te beschouwen.
W.A. Nolen