Research methods in psychiatry (3de druk)
'Een aios moet blijk geven van wetenschappelijke belangstelling, blijkend uit een publicatie of gehouden voordracht dit werkgebied betreffend', staat in de Opleidings- en erkenningseisen psychiatrie van 14-6-2004. Daarvoor is kennis nodig van de methoden die in wetenschappelijk onderzoek gebruikt worden. Research methods in psychiatry verschaft deze, afgestemd op het kennisniveau van de meeste artsen in opleiding tot specialist (aios). Het eerste deel gaat over het opzetten van onderzoek, het perspectief van aios op dit terrein en over het publiceren. Het vermelden waard is tabel 1.1. Daarin wordt de kans om de Nobelprijs te winnen door zelf onderzoek te gaan doen kleiner dan of gelijk aan 0,000001 geschat en de kans om ongebruikte hersengebieden te ontwikkelen 0,9. In deel 2 komen het maken van literatuuroverzichten en het uitvoeren van meta-analyses aan de orde evenals (klinisch) epidemiologisch onderzoek, kwalitatief onderzoek en casuïstiek. Deel 3 richt zich op de instrumenten die nodig zijn bij het uitvoeren van onderzoek: statistiek, computers en vragenlijsten. Laboratoriumonderzoek blijft buiten beschouwing. In het laatste deel worden onderzoek in de kinder- en jeugdpsychiatrie, bij mensen met leerproblemen en op het gebied van psychotherapie, en historisch onderzoek behandeld. De door deskundigen geschreven hoofdstukken zijn goed leesbaar voor relatieve leken. Men dient wel te bedenken dat het allemaal inleidingen in de besproken onderwerpen zijn, geen handleidingen. Begeleiding bij het onderzoek en aanvullende literatuur bij onderwerpen die voor het eigen onderzoek relevant zijn, blijven noodzakelijk. En hoe groot is de kans dat aios wetenschappelijk onderzoek (soms) leuk gaan vinden? 0,8.
F.G. Zitman