Psychiatertaal
Dit boekje is een bundeling van de maandelijkse column die Hengeveld in De Psychiater schreef over de taal die psychiaters plegen te hanteren. In het eerste deel behandelt de auteur een aantal basisbegrippen, zoals het psychiatrisch onderzoek en de status mentalis. Het tweede deel bevat uitleg en bespiegelingen over specifieke termen die veelvuldig door psychiaters worden gehanteerd, zoals 'affect', 'disperceptie', en 'randpsychotisch'. Waar nodig citeert de auteur Jelgersma, Jaspers, Kraepelin en andere grootheden uit het verleden, maar ook Andreasen en Sims krijgen het woord. Het laatste deel bevat algemene termen, zoals psychiatrische eponiemen. Dat zijn namen van personen naar wie iets is genoemd, zoals Münchhausen (-syndroom) en Schneider (van de elf symptomen die volgens hem kenmerkend zijn voor schizofrenie). Het geheel wordt gecompleteerd door twee bijlagen over fraaie psychiatrische termen zoals crocydisme en verbigeratie (weet u nog wat dat is?) en over psychiatrisering van het taalgebruik (zoals een 'schizofrene' situatie). Ten slotte is er een verklarende woordenlijst van zo'n 300 psychiatertermen opgenomen. Het boekje sluit aan op de mede door de auteur geschreven handleiding Het Psychiatrisch Onderzoek voor anamnese en onderzoek in de psychiatrische praktijk (Hengeveld & Schudel 2003). Het is ook goed toegankelijk voor hen die meer willen weten over de wereld die psychiatrie heet. Voor de liefhebber van het vak is er, naast bruikbare informatie over de terminologie, kostelijke stof in te vinden, kleine pareltjes uit het rariteitenkabinet van de psychiatrie. De auteur heeft deze met naarstig speurwerk en eruditie verzameld en op een nuchtere en bescheiden toon beschreven. Voor arts-assistenten en psychiaters een must, voor gerelateerde beroepsgroepen en geïnteresseerde buitenstaanders warm aanbevolen.
D.P. Ravelli