Unipolar depression. A lifespan perspective
Unipolaire depressie is een van de meest voorkomende en meest ernstige psychiatrische aandoeningen. Een chronisch slechte psychische of somatische gezondheid, sociale problemen en suïcide kunnen er het gevolg van zijn. Deze aandoening komt in alle levensfases voor. De klinische kenmerken, het effect van de behandeling en de uiteindelijke uitkomst verschillen echter tussen de leeftijdsgroepen van kinderen, adolescenten, volwassenen en ouderen. De mate waarin genetische factoren en omgevingsfactoren bijdragen aan het optreden van depressie wordt mogelijk beïnvloed door de ontwikkelingsfase waarin een bepaald individu verkeert qua groei en veroudering. Ook zijn de sociale omstandigheden waarin depressies voorkomen niet dezelfde op verschillende momenten in het leven.
In Unipolar depression. A lifespan perspective worden deze onderwerpen behandeld. De overeenkomsten en verschillen van depressieve stoornissen in de verschillende levensfases worden beschreven. Er wordt nagegaan wat er bekend is over de uitwerking van genetische, hormonale, psychologische en sociale processen in de verschillende levensfases. Hierbij wordt aandacht besteed aan de mogelijke samenhang tussen depressies in verschillende levensfases en de prognostische betekenis van een depressie in de ene levensfase voor het optreden van een depressie in een volgende fase. Ook wordt onderzocht welke risicofactoren er per levensfase bekend zijn voor depressie in de volgende levensfases. De effectiviteit van verschillende soorten behandelingen in de verschillende levensfases wordt beschreven.
Goodyer heeft een aantal onderzoekers uit het veld van de kinder- en jeugdpsychiatrie en van de volwassenenpsychiatrie bij elkaar gebracht die veel klinisch onderzoek hebben verricht op het gebied van depressieve stoornissen. Het boek bestaat uit acht hoofdstukken van verschillende auteurs, te beginnen met een algemeen hoofdstuk over de symptomatologie van de verschillende depressieve syndromen en over risicofactoren voor depressie. Dan volgen hoofdstukken over respectievelijk de invloed van de postpartumdepressie op de ontwikkeling van het jonge kind, depressie bij het kind in de (basis)schooltijd, in de adolescentie, in de jongvolwassenheid, op middelbare leeftijd en bij ouderen. In het laatste hoofdstuk formuleert Goodyer een aantal belangrijke probleemstellingen en doet hij aanbevelingen voor toekomstig onderzoek.
De auteurs hebben zeer uitgebreid literatuuronderzoek gedaan en de informatie is redelijk volledig, overzichtelijk en compact samengebracht in de 8 hoofdstukken. De 211 pagina's bevatten dan ook heel veel informatie. Dit maakt het boek vooral geschikt en aanbevelenswaardig voor psychiaters met meer dan gemiddelde interesse voor de depressieve stoornissen, zoals onderzoekers op dit gebied en zij die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van beleid dan wel zorgprogramma's op het gebied van stemmingsstoornissen. Anderen zullen dit interessante boek vooral als naslagwerk gebruiken.
J.A. Bruijn