Profijt van wonen in het verzorgingshuis voor ouderen met een psychiatrische achtergrond
Het artikel doet verslag van een exploratief onderzoek naar de effectiviteit en waarde van opname in het verzorgingshuis voor ouderen met een psychiatrische achtergrond. Het onderzoek vond plaats in zes huizen bij 136 ouderen. Effectiviteit is afgemeten aan veranderingen in gedragsproblematiek en redzaamheid gedurende een periode van één jaar aan het begin van de opname. Op beide uitkomstmaten gingen de bewoners er gemiddeld iets op achteruit. De waarde van opname in het verzorgingshuis is beoordeeld door de verzorgende en de behandelaar van de bewoner en bestond uit drie dimensies: de mogelijkheid om een eigen leven, een groepsleven en een zo gewoon mogelijk leven te leiden. Voor elke dimensie gold dat zij voor ongeveer 50% van de bewoners een belangrijke waarde vertegenwoordigde. Multivariate regressieanalyses toonden aan dat een opname in het verzorgingshuis niet voor alle ouderen met een psychiatrische achtergrond even succesvol was (bewoners met dementie, met een andere stoornis met een organische component en met schizofrenie scoorden relatief slecht) en dat in sommige projectvormen betere resultaten werden geboekt dan in andere (projecten onder regie van een ggz-instelling scoorden relatief goed). Geconcludeerd wordt dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de determinanten van goede opvang voordat men ertoe overgaat ouderen met een psychiatrische achtergrond op grote schaal in verzorgingshuizen te plaatsen.