Depressie na CVA; overzicht en casuïstiek
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van bestaande opvattingen omtrent depressie na CVA. De prevalentie hiervan ligt tussen de 30 en 50%. De opvatting dat deze stemmingsstoornis toe te schrijven is aan de invalidering die met een CVA gepaard gaat, wordt gelogenstraft door recent onderzoek. Lokalisatie en grootte van de laesie in cerebro lijken een rol te spelen. In de literatuur blijkt een onderscheid gemaakt te worden tussen een depressieve stemmingsstoornis met de kenmerken van een dysthymie en die van een depressie in engere zin. Beide zouden verschillen tonen wat betreft plaats van de laesie, psychiatrische voorgeschiedenis en familiaire belasting. Vervolgens worden twee ziektegeschiedenissen besproken. Het blijkt dat deze slechts ten dele overeenstemming vertonen met bovengenoemd onderscheid.
In de conclusie volgen enige opmerkingen over consequenties voor het gebruik van de diagnostische categorie `organisch psychosyndroom', psycho-educatie van CVA-patiënten en eventuele diagnostiek en behandeling bij oudere patiënten met een depressie.