AIDS en poliklinische psychiatrie
Bij een HIV-infectie kunnen zowel psychogene als organische psychiatrische complicaties optreden. In de literatuur worden onder ambulante populaties vooral depressieve stemmingsstoornissen, angststoornissen en alcohol- en middelenmisbruik beschreven. Bij 32 HIV-geïnfecteerden op een psychiatrische polikliniek werd retrospectief statusonderzoek gedaan naar psychiatrische diagnostiek en behandeling. De meest voorkomende DSM-III(-R)-diagnoses waren een depressie in engere zin (n = 10) en een aanpassingsstoornis met depressieve en/of angstige stemming (n = 10). De behandeling verschilde niet wezenlijk van de behandeling van soortgelijke problematiek bij andere poliklinisch psychiatrische patiënten. In Nederland kent met name Amsterdam een uitgebreid hulpverleningscircuit voor psychiatrische en psychosociale ondersteuning van HIV-geïnfecteerden. Naar verwachting echter zal het aantal patiënten met AIDS buiten de hoofdstad toenemen, evenals het percentage drugverslaafden onder de Nederlandse HIV-geïnfecteerden. Verdere deskundigheidsbevordering van met name ambulante hulpverleners buiten Amsterdam op het gebied van HIV-infecties, homoseksualiteit, prostitutie en intraveneus druggebruik is derhalve noodzakelijk.