Epidemiologie van het gebruik van psychedelica in Nederland
achtergrond In afgelopen jaren is de aandacht voor het gebruik van psychedelische middelen toegenomen, maar een overzicht van het gebruik in Nederland ontbreekt.
doel Gegevens over de aard en omvang van het gebruik van klassieke en atypische psychedelica in Nederland in kaart brengen.
methode Op basis van gegevens uit algemeen bevolkingsonderzoek (2016, 2018) en speciale groepen, met name onder uitgaanspubliek, werd een beeld geschetst van de omvang van het gebruik en gebruikerskenmerken. Aanvullend werden gegevens over problematisch gebruik, gezondheidsincidenten (mdi) en de marktmonitor dims beschreven.
resultaten Onder Nederlandse volwassenen in de algemene bevolking was het gebruik van ecstasy het hoogst (jaarprevalentie 2,9%). Voor truffels/paddo’s, lsd, 2cb en ketamine lag de jaarprevalentie tussen 0,2% en 0,6%. De hoogste prevalenties werden gemeten onder mannen, jongvolwassenen (20-29 jaar), hoog opgeleiden, in (zeer sterk) stedelijke gebieden. Onder groepen (jongvolwassen) uitgaanders ligt het gebruik van psychedelica hoger. Gegevens uit verschillende bronnen duidden op een toename van het gebruik van ketamine. Voor sommige middelen, zoals ayahuasca en salvia, waren alleen anekdotische gegevens beschikbaar.
conclusie Met uitzondering van ecstasy ligt het gebruik van psychedelica relatief laag; een toename voor ketamine is (in subgroepen) waargenomen. Aanvullend onderzoek, met een evenwichtige geografische spreiding en in subgroepen uit de bevolking, is nodig om het psychedelicagebruik beter in beeld te krijgen.