De bereidheid van forensisch psychiatrische patiënten tot deelname aan wetenschappelijk onderzoek
Achtergrond Bij forensisch psychiatrische patiënten bestaat er een risico dat zij in de toekomst opnieuw maatschappelijke schade zullen veroorzaken, zowel materieel als immaterieel. Er is weinig bekend over farmacotherapeutische of psychotherapeutische behandelingen voor de specifieke psychische stoornissen van deze patiëntengroep. Dit hangt mogelijk samen met het gegeven dat goed uitgevoerd onderzoek over deze patiëntengroep schaars is. Dit zou kunnen komen doordat forensisch psychiatrische patiënten vaak niet bereid zijn deel te nemen aan onderzoek. Doel Onderzoeken van de redenen achter de geringe bereidheid van forensisch psychiatrische patiënten om deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek. Methode 65 forensisch psychiatrische patiënten werd met een semigestructureerd interview de hypothetische vraag gesteld of ze bereid zouden zijn deel te nemen aan farmacologisch, psychotherapeutisch, MRI- en DNA-onderzoek. Resultaten De voornaamste redenen om niet aan farmacologisch onderzoek deel te willen nemen, waren het geloof van de patiënt dat ‘hij niet van het onderzoek zou profiteren’ en ‘de angst om lichamelijke schade op te lopen als gevolg van deelname aan het onderzoek’. ‘Algemeen verzet’ (het niet willen deelnemen zonder daar een duidelijke reden voor te hebben) was de voornaamste reden voor het niet willen deelnemen aan psychotherapeutisch, MRI- of DNA-onderzoek. Conclusie Goede informatievoorziening is van groot belang om wantrouwen weg te nemen zodat de bereidheid om aan onderzoek deel te nemen stijgt. Voorts zou, hoewel dat nieuwe complicaties met zich mee zou kunnen brengen, een eventuele beloning voor deelname in het vooruitzicht kunnen worden gesteld.