Handboek behandeling van seksueel afwijkend gedrag
Bestaat er wel een beste behandeling voor seksueel grensoverschrijdend gedrag (sgg)? Welke mogelijke rol speelt een psychische stoornis bij dit gedrag? Is er altijd sprake van hyperseksualiteit en psychopathie? Door het bespreken van dit soort praktische vragen wordt dit boek terecht een handboek, de trefwoordenlijst is correct en elk hoofdstuk sluit af met een gedegen en recente literatuurlijst. Hoewel niet als zodanig aangegeven, bestaat het boek uit vier gedeelten: wetenschappelijke achtergronden (waaronder ook desistence), behandelinhoudelijke mogelijkheden, strafrecht en ethiek als maatschappelijke referenties en de capita selecta: sgg-behandeling bij verstandelijke beperkingen, psychopathie, kinderporno, vrouwelijke zedendelinquenten, allochtone origine en autistische stoornissen.
De hoofdstukken zijn alle op zichzelf te lezen, wat qua kennisoverdracht goed werkt, maar waardoor er soms onderling van enige herhaling sprake is. Het gebruik van de Vlaams-Nederlandse taal is zorgvuldig en plezierig om te lezen.
In het wetenschappelijke en in het behandeltechnische gedeelte besteden de auteurs terecht veel aandacht aan de verschillende theoretische modellen die sinds de jaren 80 van de vorige eeuw het licht hebben gezien, zoals die van Malamuth (1984), Marshall en Barbaree (1990) en Ward, Fisher en Beech (2016), omdat die gezien hun verschillende accenten actueel blijven. Te weten: criminogene socialisatie met vijandige masculiniteit als gevolg, een evolutionaire dispositie resp. falende zelfregulatie tot agressief en seksueel gedrag, resp. het risk-need-responsivity(rnr)-risicomodel met ook steunende en beschermende factoren als behandeldoelen: het good lives model. Dat recente model is echter zo uitvoerig dat het aspecifiek is geworden en in het individuele geval geen verklaring voor sgg meer biedt. Ook blijft de onderlinge zwaarte van de verschillende invloeden een probleem.
Terecht staan de behandelingen centraal in de boektitel. Heel verhelderend zijn de gevalsbeschrijvingen die bij de verschillende patiëntgebonden hoofdstukken geplaatst zijn en de lezer adequaat via zijn/haar empathie meevoeren. Hoewel er veel onderzoek is, blijkt dat de succesvolle behandelaar het voor een groot deel nog van eigen ervaring en kennis moet hebben; aan diens veronderstelde en gewenste persoonlijke eigenschappen is een apart hoofdstuk gewijd. In de hoofdstukken over het strafrecht, de ethiek en de samenwerking op regioniveau blijft het informatieplatform helaas beperkt tot de Vlaamse wet- en regelgeving. Dat lijkt me een gemiste kans voor de redactie om de Nederlandse lezer onvoorwaardelijk voor zich in te nemen. Het handboek is een aanrader voor zowel behandelaars als onderzoekers op academisch en hbo-niveau.
H. van Marle, em. Hoogleraar forensische psychiatrie, Rotterdam