Klinisch onderwijs en opleiden in de praktijk
Deze recensie betreft de vierde geheel herziene uitgave (augustus 2018) van een boek dat voor het eerst verscheen in 2010. Neem je het ter hand, dan springt het zeer verzorgde karakter van deze uitgave in het oog. De veelkleurigheid van tekst, foto’s en afbeeldingen verlucht de wat droge inhoud. Het nodigt op haast speelse wijze uit tot verdere kennismaking. Terugkerende onderdelen zoals leerdoel, casusbeschrijving, literatuur, samenvattende of toelichtende kaders krijgen een eigen tekstkleur en lettertype. Dit verhoogt aanmerkelijk het leesplezier en vergemakkelijkt het onthouden.
Het boek bevat vier onderdelen. Na een eerste algemeen deel, Achtergronden, gaan de auteurs in op Principes van leren en opleiden. Het lijvigste derde deel, De dagelijkse opleidingspraktijk, gaat vooraf aan het vierde deel, Begeleiden, toetsen en beoordelen. In een gedeelte bijlagen vindt de lezer een aantal voorbeelddocumenten.
Achtenveertig (!) hoofdstukken leiden de lezer op overzichtelijke wijze toe naar vele elementen die de kwaliteit van opleiding bepalen. De auteurs kozen daarbij duidelijk voor een benadering vanuit het standpunt van een opleider, waardoor de tekst een persoonlijk aansprekend karakter krijgt. Gaat het over de arts in opleiding tot specialist, dan gebruiken ze zeer frequent de vrouwelijke persoonsvorm. Het komt verfrissend over en uiteraard in overeenstemming met de realiteit van het vrouwelijke aandeel in het aantal artsen in opleiding.
Elk hoofdstuk is slechts enkele pagina’s lang. Dit maakt het mogelijk deze met tussenpozen te lezen en de materie wat te laten doordringen na lectuur ervan. Het boek wordt zo niet alleen voor de jongere opleider een handboek, bijvoorbeeld binnen een ‘train the trainer’-opleiding. Ook een ervaren opleider kan het boek als naslagwerk even uit de kast halen om lemma-gewijs een bepaald onderwerp door te nemen. De bondigheid van de gesuggereerde aanvullende lectuur maakt het soms tijdrovend struinen door een uitgebreide literatuurlijst overbodig.
Zelf zou ik een wat gebalder taalgebruik met korte, directe formuleringen verkiezen boven de gebruikte complexere zinsconstructies. Deze verminderen hier en daar de leesbaarheid, zeker voor een vermoeide collega die op een avond nog wat wil doorlezen. Ook een lijst met gebruikte afkortingen zou ik zinvol hebben gevonden.
Alles bij elkaar is dit een schitterend boek, zowel qua vormgeving als inhoud. Men mag het gerust beschouwen als een must have voor zowel de aankomende als de ervaren opleider.
M.H.M. Hermans, kinder- en jeugdpsychiater, Mechelen