Cognitieve therapie en interpersoonlijke psychotherapie voor depressie: hoe werken ze, hoe lang en voor wie?
achtergrond Hoewel de effectiviteit van cognitieve therapie (ct) en interpersoonlijke psychotherapie (ipt) voor depressie overtuigend is aangetoond, is er weinig bekend over hoe, hoelang, en voor wie ze werken.
doel Overzicht geven van resultaten van een grote gerandomiseerde behandelstudie naar de (differentiële) effecten en werkingsmechanismen van ct en ipt voor depressie.
methode 182 volwassenen met een depressie werden willekeurig toegewezen aan ct (n = 76), ipt (n = 75), of een wachtlijstcontroleconditie (n = 31). Primaire uitkomstmaat was ernst van depressie (bdi-ii). Daarnaast werden kwaliteit van leven, sociaal en algemeen psychologisch functioneren en diverse potentiële werkingsmechanismen gemeten. Interventies werden vergeleken aan het einde van de behandeling en tot 17 maanden follow-up.
resultaten ct en ipt waren effectiever dan wachtlijst, maar lieten, zowel in de acute fase als daarna, gemiddeld gezien geen statistisch significante en klinisch relevante verschillen zien ten opzichte van elkaar. Wel vonden we aanwijzingen dat therapeutische verandering bij beide interventies mogelijk op een andere manier tot stand komt, en zagen we dat het voor veel patiënten wel degelijk uitmaakte welke behandeling zij kregen. Het empirisch fundament voor werkingsmechanismen werd niet gelegd.
conclusie (Langetermijn)effecten van ct en ipt verschillen niet significant van elkaar. Het veld kan profiteren van optimalisering van onderzoeksmethoden om mechanismen in kaart te brengen en van ontwikkelingen op het gebied van personalized medicine.