Adequaatheid van de behandeling bij chronische angst en depressie; verkennende studie naar de behandelpraktijk
achtergrond Veel cliënten die met angst of depressie in zorg zijn bij de specialistische ggz herstellen niet goed. Recidivering en chronisch beloop komen veel voor. De vraag is of de geboden behandeling adequaat is.
doel Inzicht krijgen in behandelpraktijk bij cliënten met chronische angst of depressie.
methode Voor een landelijk onderzoek werden bij 12 ggz-instellingen deelnemers geworven die twee jaar of langer in zorg waren en bij wie betwijfeld werd of verdere behandeling in deze setting meerwaarde had. Er werd informatie verzameld over cliëntkenmerken, diagnose en behandelgeschiedenis.
resultaten Er werden 268 cliënten aangemeld, van wie 65% vrouw. 67% van de cliënten werd aangemeld met de diagnose depressieve stoornis, 25% wegens een angststoornis en 8% wegens comorbide angst- en depressieve stoornis. Gemiddeld was men zes jaar in zorg. Bij ruim een derde was sprake van niet-adequate behandeling: psychotherapie en/of farmacotherapie waren niet conform richtlijnen uitgevoerd.
conclusie De praktijk is voor verbetering vatbaar, met name farmacotherapie voor depressieve stoornis blijft achter. Langer lopende behandelingen moeten minstens elk half jaar worden geëvalueerd.