Handboek systeemtherapie
Het Handboek systeemtherapie is een tweede druk, de vorige dateerde van 2008. Het is een coproductie van ruim 60 auteurs uit Nederland en België met een duidelijke expertise binnen de systeemtherapie. Dit grote aantal auteurs wordt weerspiegeld in de vele hoofdstukken, wel 58 in totaal gebundeld in 10 delen. Voor de lezer is dit handboek daarom soms te onoverzichtelijk om als naslagwerk te gebruiken. Temeer omdat er weinig onderscheid wordt gemaakt tussen hoofd- en bijzaak en de hoofdstukken ook weinig op elkaar zijn afgestemd. Daar staat tegenover dat het boek uitblinkt door de vele herkenbare casussen en voorbeelden, wat het boek boeiend maakt voor de systeemtherapeut in de praktijk.
In het eerste deel wordt de geschiedenis van de systeemtherapie geschetst op een weinig gestructureerde manier, wat van de lezer enige achtergrond vereist om dit te kunnen volgen. Het tweede deel betreft een aantal hoofdstukken over sociale context, wat op zich interessant is, maar weinig direct relevant voor de systeemtherapeutische praktijk. Het derde deel gaat over onderzoek en geeft een mooi overzicht van de evidentie van systeemtherapie per stoornis. De kennis die naar voren komt in dit deel, zou gerust mogen doorsijpelen in de andere delen. Het vierde deel over praktijkreflecties is dan weer heel algemeen. De basisbegrippen in deel 5 zijn verhelderend en geven concreet aan wat systeemtherapie inhoudt. In een volgende druk zou ik adviseren om dit hoofdstuk aan het begin van het boek te plaatsen. In deel 6 komen de verschillende perspectieven aan bod en wordt voornamelijk uiteengezet waarom en hoe een bepaald perspectief een rol speelt binnen systeemtherapie. Er komen heel wat werkbare en vernieuwende termen aan bod die eigen zijn aan systeemtherapie.
Vanaf deel 7 worden de delen meer toepasbaar en gericht op de systeemtherapeutische praktijk. Eerst komen verschillende onderwerpen aan bod specifiek voor therapie met paren (bijvoorbeeld seksualiteit, homoparen, scheiding), terwijl in deel 8 therapie met families wordt uitgediept. De verschillende fasen van een gezin, ook van nieuw samengestelde gezinnen, families met pleegkinderen en gezinstherapie in groepsverband worden besproken. De focus van deel 9 over reflecties op settings is wat onduidelijk. In deel 10 komen verschillende systemen onder druk aan bod (bijvoorbeeld geweld, rouw, psychiatrische problemen). Deel 10 komt het meest tegemoet aan therapeuten werkzaam in de psychiatrische praktijk.
Voor een handboek is dit boek wat aan de lijvige kant en soms te weinig to the point. Er bestaan grote verschillen in kwaliteit tussen de hoofdstukken die voornamelijk geschreven zijn voor systeemtherapeuten, uitgaand vanuit de ervaring van de auteur. In sommige hoofdstukken blijft de wetenschappelijke onderbouwing daardoor spijtig genoeg achterwege. Onderwerpen die in de systeemtherapie op de voorgrond staan zoals de complexiteit van relaties, het belang van contexten en de meerzijdige partijdigheid komen wel uitgebreid aan bod in dit boek, wat het boek de moeite waard maakt om te lezen. Het zijn tenslotte deze begrippen die systeemtherapie uniek maken.
M. Destoop