Het verband tussen DSM-IV-as II en de anaclitische en introjectieve persoonlijkheidsdimensies
achtergrond In zijn psychodynamische theorie over persoonlijkheidsontwikkeling onderscheidt Blatt een anaclitische en een introjectieve cluster van psychische stoornissen. Terwijl deze theorie en bijhorend onderzoek zich in het verleden voornamelijk gericht hebben op depressie, is er recentelijk groeiende aandacht voor de relevantie van dit onderscheid voor de theoretische conceptualisatie en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen.
doel Het verband onderzoeken tussen kenmerken van persoonlijkheidsstoornissen volgens de dsm-iv en de anaclitische en introjectieve persoonlijkheidsdimensies.
methode Een cross-sectioneel onderzoek (n = 48) werd uitgevoerd in het kader van een follow-upstudie 5 jaar na een psychodynamische behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen. Met meervoudige lineaireregressieanalyse werd de relatie onderzocht tussen kenmerken van persoonlijkheidsstoornissen (‘scid-ii Persoonlijkheidsvragenlijst’) en de anaclitische en introjectieve persoonlijkheidsdimensies (‘Depressive Experiences Questionnaire’), telkens gecorrigeerd voor de ernst van depressie (‘Beck Depression Inventory’) en respectievelijk de introjectieve en anaclitische dimensie.
resultaten Wij vonden een positieve samenhang tussen de anaclitische dimensie en kenmerken van afhankelijke en borderlinepersoonlijkheidsstoornis enerzijds en tussen de introjectieve dimensie en kenmerken van ontwijkende, obsessief-compulsieve, passief-agressieve, depressieve, paranoïde, schizotypische en narcistische persoonlijkheidsstoornis anderzijds.
conclusie Bevindingen stemmen overeen met Blatts assumpties betreffende een anaclitische en een introjectieve cluster van persoonlijkheidsstoornissen en ze bieden belangrijke empirische ondersteuning in dezen.