Benchmarken is ‘werk-in-uitvoering’
achtergrond In het maartnummer van dit tijdschrift uitte een groep hoogleraren kritiek op de methodiek van de Stichting Benchmark ggz ( sbg). Deze kritiek betreft de vermeende doelstellingen (prestatiebekostiging in de ggz) en methodologische kritiekpunten, zoals confounding, bias en lage sensitiviteit van meetinstrumenten.
doel Nadere toelichting geven over sbg en de rol van de Wetenschappelijke Raad (wr) en over de maatschappelijke context waarbinnen rom en benchmarken zich ontwikkelen en onze visie geven op de methodologische kritiekpunten.
methode Verhelderen van de sbg-methodiek en de positie van de wr en de huidige stand van zaken betreffende rom en benchmarken.
resultaten Wij onderkennen dat er methodologische problemen zijn. Ook de wr waarschuwt voor het trekken van voorbarige conclusies op basis van gegevens waarvan de validiteit nog ter discussie staat. Ervaring op het vlak van rom en benchmarken voor de ggz ontbreekt nagenoeg en moet ontwikkeld worden. Daar staat tegenover dat rom-gegevens en onderlinge vergelijking tot verbetering van zorg kunnen leiden, mits deze goed wordt uitgevoerd. In de sbgmethodiek worden de gesignaleerde knelpunten op zijn minst ten dele ondervangen. Zo wordt er niet alleen gekeken naar symptoomreductie, maar ook naar functioneren en kwaliteit van leven.
conclusie De wr bepleit een wetenschappelijk gevalideerd benchmarksysteem voor de ggz. De mate waarin benchmarkgegevens wat zeggen over kwaliteit en/of de vergelijking tussen instellingen valide is, is nauwelijks onderzocht. Een landelijke rom-systematiek is noodzakelijk en de huidige initiatieven bieden mogelijkheden om hiernaar onderzoek te doen, bij voorkeur in samenwerking van wetenschappers en professionals.