Persoonlijkheidskenmerken van crisisdienstmedewerkers in de ggz
achtergrond Medewerkers van de ggz-crisisdienst komen beroepsmatig relatief vaak terecht in onvoorspelbare, en soms bedreigende, situaties. Mogelijk dat de aard van hun werk vraagt om specifieke persoonlijkheidskenmerken.
doel Onderzoeken op welke persoonlijkheidseigenschappen crisisdienstmedewerkers zich onderscheiden van hoog opgeleide personen uit de algemene bevolking.
methode Aan medewerkers van de ggz-crisisdiensten van Oost-Brabant (regio’s Uden/ Veghel en Helmond) werd gevraagd een neo-pi-r in te vullen, aan de hand waarvan de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken in kaart werden gebracht. Van de 59 medewerkers die verzocht werden deel te nemen, retourneerden 44 personen de vragenlijst (76%). De gegevens van deze 44 medewerkers werden afgezet tegen normgegevens van hoogopgeleide personen uit de algemene bevolking.
resultaten Gevonden werd dat crisisdienstmedewerkers significant lager scoren op het hoofddomein ‘Neuroticisme’, en dan met name op de facetten ‘Kwetsbaarheid’ en ‘Schaamte’ van dit domein. De crisisdienstmedewerkers scoorden daarnaast hoger op de facetten ‘Doelmatigheid’ en ‘Zelfdiscipline’ en lager op ‘Oprechtheid’ en ‘Ordelijkheid’. Psychiaters scoorden ten opzichte van de sociaal psychiatrisch verpleegkundigen (spv’ers) hoger op de facetten ‘Dominantie’ en ‘Openheid van ideeën’.
conclusie De gevonden lagere scores op het hoofddomein ‘Neuroticisme’ en met name het deelaspect ‘Kwetsbaarheid’ ervan, suggereren dat crisisdienstmedewerkers emotioneel relatief stabiel zijn en zich in moeilijke situaties niet snel uit het lood laten slaan. Dergelijke eigenschappen kunnen van belang zijn in hachelijke situaties waarin rust en kalmte dienen te worden bewaard. Gezien de beperkte steekproef en het relatief grote aantal statistische toetsen moeten de bevindingen van dit explorerende onderzoek echter terughoudend geïnterpreteerd worden.