Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in
Nederland
achtergrond Hoewel er in het forensisch-psychiatrische veld steeds meer gebruikgemaakt wordt van risicotaxatie-instrumenten, is de discussie over de waarde en bruikbaarheid van deze instrumenten nog volop gaande.
doel Een bijdrage aan deze discussie leveren door een overzicht te geven van de psychometrische kwaliteiten van de instrumenten die het meest worden gebruikt in Nederland voor risicotaxatie bij volwassenen.
methode Gegevens verzamelen over de betrouwbaarheid en de validiteit van de Historical, Clinical, and Risk Management (hcr-20), de Historische, Klinische en Toekomstige Risicoindicatoren- 30 (hkt-30), de Sexual Violence Risk-20 (svr-20), de Forensisch Psychiatrische Profielen (fp-40) en de Psychopathy Checklist-Revised (pcl-r) en deze vergelijken met gegevens over het ongestructureerde klinische oordeel.
resultaten De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid bleek over het algemeen voldoende, maar de interne consistentie was vaak onvoldoende. De predictieve validiteit was met uitzondering van enkele studies over het algemeen redelijk.
conclusie De huidige stand van zaken dwingt tot voorzichtigheid wanneer men voor het inschatten van de kans op recidive risicotaxatie-instrumenten of enkel het ongestructureerde klinische oordeel gebruikt. Wellicht is het niet mogelijk om recidive nauwkeuriger te voorspellen. In afwachting van nieuwe ontwikkelingen is het raadzaam zoveel mogelijk gegevens over een
onderzochte met elkaar te combineren en de uitkomsten daarvan te toetsen aan het oordeel van andere professionals.