Zelfbeschadigend gedrag bij adolescenten in Vlaanderen
achtergrond Opzettelijk zelfbeschadigend gedrag is een belangrijke voorloper van suïcide. Er is weinig bekend over de epidemiologie van zelfbeschadigend gedrag dat niet medisch behandeld werd en de omstandigheden waaronder dit plaatsvond.
doel Aan de hand van internationaal vergelijkbare data inzicht krijgen in de prevalentie van en de omstandigheden bij zelfbeschadigend gedrag onder jongeren in de algemene bevolking in Vlaanderen en inzicht krijgen in de mogelijkheden tot preventie ervan.
methode In het kader van de Child and Adolescent Self-harm in Europe(case)-studie werd bij 4500 Vlaamse jongeren een anonieme zelf rapportagevragenlijst afgenomen. resultaten Van de ondervraagde jongeren gaf 10,4% aan zichzelf ooit beschadigd te hebben. Zelfbeschadigend gedrag in het afgelopen jaar werd gerapporteerd door 7% (jongens 4,1%, meisjes 10,1%). Zelfbeschadigend gedrag bleek sterk samen te hangen met een familiale voorgeschiedenis van zelfbeschadiging, lichamelijke mishandeling, en seksueel misbruik. Jongeren zoeken zelden hulp bij volwassenen, laat staan bij hulpverleners.
conclusie In Vlaanderen wordt, in vergelijking met de andere landen die deelnemen aan de case-studie, een hoge prevalentie van opzettelijke zelfbeschadiging vastgesteld. Een schoolspecifiek preventiebeleid en een verlaging van de drempel naar de geestelijke gezondheidszorg lijken belangrijke preventieve maatregelen.