Augmentatie met atypische antipsychotica bij de behandeling van therapieresistente depressieve patiënten: een overzicht
achtergrond Een aanzienlijk aantal depressieve patiënten is therapieresistent voor huidige medicamenteuze behandelingsstrategieën. In de klinische praktijk wordt toenemend gebruikgemaakt van de mogelijkheid om dan een atypisch antipsychoticum (aap) aan een antidepressivum toe te voegen.
doel Inventariseren van de beschikbare wetenschappelijke onderbouwing van deze benadering, verklaren van mogelijke effectiviteit en positioneren van augmentatie met een aap bij de behandeling van therapieresistente niet-psychotische depressies.
methode Aan de hand van verschillende zoektermen werd gezocht naar relevante artikelen in Pubmed en binnen gevonden artikelen naar relevante literatuurverwijzingen.
resultaten Er werden slechts 6 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken gevonden; daarom werden ook 10 ongeblindeerde studies en 7 gevalsbeschrijvingen geïncludeerd. Er waren enige aanwijzingen dat augmentatie met een aap, met name olanzapine, effectief is. Een voordeel is de relatief snelle werking binnen één tot enkele weken. Gelet op de nog relatief geringe wetenschappelijke onderbouwing, is augmentatie met een aap slechts geïndiceerd als andere augmentatiestrategieën onwerkzaam of gecontraïndiceerd zijn. Terughoudendheid moet in acht worden genomen gezien de negatieve effecten op de glucose- en lipidestofwisseling.
conclusie Augmentatie met een aap bij therapieresistente niet-psychotische depressies is een potentieel zinvolle, maar nog onvoldoende onderbouwde aanvulling op bestaande richtlijnen.