Emotion Regulation in Couples and Families. Pathways to Dysfunction and Health
Het reguleren van emoties gebeurt niet in een vacuüm, maar in de nabijheid van persoonlijke relaties. En die relaties bestaan voornamelijk uit partner- of familierelaties. Dit in vier delen prachtig uit onderzoeken opgebouwde boek gaat uit van een relationele benadering zonder het individu uit het oog te verliezen. Reguleren van emoties doen we minimaal één keer per dag en in 98% van de situaties in de nabijheid van anderen, schrijft één van de auteurs in het eerste deel van het boek. In hetzelfde deel krijgt de lezer inzicht in hoe emotieregulering zich verhoudt tot gerelateerde begrippen zoals emotionele intelligentie en wordt er een basis gelegd voor interventies die verderop in het boek aan bod komen. Hierbij gaat men uit van de premisse dat het reguleren van emoties is aan te leren. Zo stellen de auteurs onder andere voor om emotieregulering als vak op de middelbare school in te voeren en om paren te leren hun emotionele stresservaringen te reguleren door middel van interacties die zorgen voor een veilige basis in de relatie. In het tweede deel van het boek komen specifieke onderwerpen aan bod die verbonden zijn aan het reguleren van emoties. Dit tweede deel opent met een onderzoek over de relatie tussen hechtingsstijlen en emotieregulering. De aanbeveling, die overigens aansluit bij adviezen uit het eerste deel van het boek, is gericht op familieleden, scholen en gemeenschappen die mensen behoren te helpen zodat zij zich veilig kunnen hechten en beter in staat zijn om traumatische ervaringen te verwerken. Een ander onderzoek gaat over het ontstaan van agressief gedrag bij kinderen. De onderzoekers maken een verschil tussen een kind dat zijn geduld verliest, boos wordt en een ander kind slaat, en een kind dat trots en blij is nadat het een kind op de grond heeft geduwd om bijvoorbeeld zelf als eerste op een schommel te zitten. De eerste situatie wordt in verband gebracht met emotieregulering, maar de tweede situatie meestal niet. Het kind is dan een gevoelloze 'bully'. De onderzoekers pleiten ervoor om in beide situaties naar de emotionele wederkerigheidrelatie tussen ouder en kind te kijken, want mede daardoor leren kinderen zowel hun emoties te reguleren als hun moreel bewustzijn te ontwikkelen. Het derde deel van het boek is geheel gewijd aan klinische interventies en het toetsen van die interventies. Voor het bestrijden van pijn bij ziektes zoals kanker blijkt een familiegerichte of partnergerichte interventie meer effect te hebben dan een individuele of educatieve interventie. Het hart van het boek is hoofdstuk 11, waarin op eenvoudige wijze uitleg wordt gegeven over het belang van emotieregulering voor het voortbestaan van gezonde partner- en familierelaties. Emoties organiseren zowel het individu als de interacties met anderen en zijn de verbindende schakel tussen partners en families, aldus de auteurs. Zij leggen uit hoe paren en partners te begeleiden om hun emoties te reguleren en hen te helpen bij het voorkomen om bij conflicten buiten zichzelf te raken (a 'not-me' state). Via reflectie wordt de relatie opnieuw gedefinieerd. Een emotionele uiting zoals 'ik heb jou nodig' wordt getransformeerd in een voor de partners meer werkbare uiting zoals 'ik heb jou nodig, maar ik begrijp dat jij ook behoeften hebt'. Dit hoofdstuk is een must voor iedereen die met paren of families werkt. In deel 4 vindt de integratie plaats tussen de theorie en de praktijk. Maar eigenlijk gebeurt dat in ieder deel van het boek, waardoor het goed leesbaar is voor zowel theoretici als beroepsoefenaars. Ook de kritische lezer die zich aan het eind van het boek nog afvraagt waarom we ons eigenlijk zo druk maken over emotieregulering, krijgt een bevredigend antwoord. Vaardigheden om emoties te reguleren leiden tot betere sociale relaties, minder stress, goede gezondheid en ze voorkómen communicatieproblemen. Kortom: ze houden relaties gelukkig.
D.M. Beneken