Psychomotorische vertraging bij depressie, gemeten met visuomotorische taken
achtergrondTien jaar geleden is een onderzoekslijn gestart met als doel de psychomotorische retardatie bij patiënten met een depressieve stoornis beter te beschrijven en het belang van psychomotorische retardatie bij diagnostiek en behandeling te onderzoeken.
doelHet geven van een overzicht van de resultaten van deze onderzoeken.
methodePsychomotorische retardatie werd in alle onderzoeken objectief en nauwkeurig gemeten door computerregistratie van penbewegingen van patiënten tijdens visuomotorische taken.
resultatenPatiënten met een depressie toonden een aanzienlijke psychomotorische retardatie bij de visuomotorische taken. Deze psychomotorische retardatie bleek zowel cognitief als motorisch van aard. Het onderzoek naar effecten van fluoxetine op psychomotorische retardatie toonde aan dat na behandeling de cognitieve vertraging verdween, terwijl de motorische vertraging persisteerde. Vooral de aan het begin van het onderzoek meer vertraagde patiënten reageerden goed op fluoxetine. Uit het onderzoek waarin patiënten met depressiesubtypen met elkaar werden vergeleken, bleek dat, in tegenstelling tot patiënten met een depressieve stoornis, patiënten met dysthymie geen vertraging lieten zien. Psychomotorische retardatie werd vooral gevonden bij patiënten met een depressie met melancholische kenmerken.
conclusie Er is voor psychomotorische retardatie een belangrijke rol weggelegd bij de diagnostiek en behandeling van depressieve stoornissen.